Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Lost in Neverland » 15.1. This Animal I Have Become

Lost in Neverland

3 okt 2009 - 13:10

1509

3

389



15.1. This Animal I Have Become

A Demonata Story by Elvira ((SPOILER! Niet aan te raden voor mensen die de boeken niet kennen! Vooral omdat ze er wss de ballen van begrijpen, want ik ga geen hele reeks samenvatten in één kortverhaal...))

Meg
‘Megan Sigler, jij gaat zo niet buiten!’ Ik negeer de stem van mijn moeder en ga verder met het aanbrengen van mijn make-up. Met een laatste veeg wrijf ik een paar wild rechtopstaande haarpieken weer in het gelid en pik mijn leren jas met de kaal gesleten ellebogen van mijn bed. Ze is zwaar van alle patches, studs, en de rinkelende ketting aan de zoom.
‘Megan, luister je naar wat ik zeg? Het is al erg genoeg wat je met je haar gedaan hebt en dat je die piercing toch hebt gezet, zelfs al had ik het uitdrukkelijk verboden, maar mijn dochter gaat niet de straat op als een beschilderde hoer! Bekijk die kleren toch eens, dat kun je niet mooi noemen!’
‘Het hoeft ook niet mooi te zijn,’ verbreek ik mijn stilzwijgen. ‘Het is punk, ma. De nieuwe stijl.’
‘Het kan me niet schelen hoe het heet, jij gaat zo het huis niet uit! En al helemaal niet met die nietsnut van een Derwisj, die jongen heeft een slechte invloed op jou! Ik wil trouwens niet dat je met iemand van de Grady’s omgaat.’
‘Waarom niet? Het is familie!’
‘En ik ben je moeder, ik heb veel meer met jou te maken dan die…’
‘Die wat?’
‘Vergeet het. Je gaat er niet heen, en dat is het laatste wat ik hierover zeg!’ Ze slaat de deur van mijn kamer dicht en stampt naar de woonkamer. Ik wacht tot ik de tv hoor spelen, duw dan mijn raam open en klim langs de vensterbank naar de brandladder. Even ben ik duizelig als ik naar beneden kijk, daar heb ik nu al een paar dagen last van.
‘Er niet heen… Het zijn de Sex Pistols! Wat denkt zij nou…’ Eenmaal beneden begin ik te rennen, en ik stop niet voor ik aan de bushalte sta. De wolken trekken voorbij en een volle maan tekent zich af aan de hemel.

‘Je hebt het gehaald!’ Derwisj slaat zijn armen om me heen. Mijn achterneef is even groot als ik en al net zo mager, maar hij is sterker dan hij eruit ziet. Zijn haren staan in paarse pieken omhoog en hij is gekleed in een gescheurde jeans en een openhangend, mouwloos leren jasje.
‘Alsof ik dit zou missen,’ meesmuil ik. ‘Kom op, ik wil goeie plaatsen!’
Aan de deur worden we tegengehouden. Alleen voor meerderjarigen. Gelukkig is Derwisj net achttien geworden en kan hij dus voor mijn begeleider doorgaan. Ik geef de kale kleerkast mijn liefste glimlach als hij ons met tegenzin doorlaat.
‘Ze zijn al begonnen!’ We vechten ons door de menigte springende, schreeuwende en vechtende punks naar voren. Halverwege komen we in een pit terecht, ik krijg een paar ellebogen in mijn maag en Derwisj loopt een bloedneus op, maar dat hoort er allemaal bij. Hij veegt het bloed uit zijn gezicht, joelt als een idioot en sleurt me verder naar voren.
Johnny Rotten schreeuwt tegen zijn publiek, graait een blikje bier van de grond en spuwt het over de eerste rijen. ‘God save the Queen!’ joelt hij in de microfoon en gooit zijn beide middelvingers in de lucht, een gebaar dat meteen overal herhaalt wordt.
Mijn aandacht gaat uit naar bassist Sid Vicious. High, bebloed, het shirt van zijn lijf gescheurd. Met zijn zwarte piekhaar en de ketting met het slotje om zijn hals is hij nu al een legende, de verpersoonlijking van alles waar punk voor staat. Anarchie.
‘Geweldig, niet!’ gil ik en sla mijn armen om Derwisj’ hals. Maar hij reageert niet, zijn blik op oneindig, een vreemde trek in zijn gezicht. ‘Derwisj? Gaat het?’
‘Magie,’ fluistert hij.
‘Wat?’
‘We moeten hier weg. Nu.’ Hij grijpt me bij mijn arm en sleurt me naar achter.
‘Wat… Derwisj! Wat krijg jij zo plots? Ik wil blijven!’
‘Dit is fout, we moeten…’ Hij blijft abrupt staan en staart naar een man aan de linkerkant. Leren jas, groene hanenkam, maar hij past niet bij het publiek. Hij heeft zijn ogen dicht en mompelt. Dat zie je wel vaker, punks die net een shot hebben genomen. Maar deze… En dan voel ik het plots ook, de dreun in de lucht om ons heen. Pulserend, trekkend. Energie die alles doet zinderen, die zich uitstrekt naar iets in mijn binnenste. En die kerel is het brandpunt.
Derwisj verandert van richting, loopt op de man af. Hij laat me los, ik zie witte vlammen in zijn handen knetteren. Hij laat ze los, stuurt een schicht op de man af. Die wordt getroffen, spert zijn ogen open en zakt stil in elkaar. Niemand heeft iets gemerkt, ze gaan te erg op in de muziek. Niemand behalve de jongen in legeruniform die plots naast ons opduikt.
‘Buiten. Nu meteen.’

In het steegje naast de concertkelder neemt de jongen ons argwanend op. Op de knokkels van zijn beide handen staat het woord ‘Shark’ getatoeëerd, samen met een kleine afbeelding van een haai op het vlees tussen zijn duim en wijsvinger.
‘Mijn naam is Shark. Ik zag wat je deed.’ Hij wijst naar Derwisj. ‘Dat was een knap staaltje. Was het de eerste keer dat je magie gebruikte?’
‘Ik… ja,’ stottert Derwisj.
‘Mooi zo. En weet je ook waarom je het deed?’
‘Die vent… er was iets slechts aan hem… en iets in mij reageerde op hem.’ Shark knikt goedkeurend. ‘Mooi zo. Een natuurtalentje. Goed, ik zal het kort houden. Die vent die jij gedood hebt, was een magiër. Hij probeerde een demon op te roepen. Daarvoor moest hij magische energie opwekken, jij pikte in op die stroom en je stopte hem. Proficiat knul, je bent een held. Wat zou je ervan denken om je aan te sluiten bij de Discipelen?’
‘Magiër? Demonen? Discipelen?’ brengt Derwisj uit. ‘En hoe bedoel je, dood? Is hij zeker…’
‘Als jij heb niet gedood hebt, maakt mijn partner hem nu af,’ zegt Shark droog. ‘Geen schuldgevoel, die klootzak probeerde een raam te openen naar het universum van de demonen. Als hij erin geslaagd was, zat die hele kelder nu vol magische monsters en had niemand het overleefd.’ Derwisj staart naar zijn handen.
‘Ik wilde hem niet doden,’ mompelt hij. ‘Ik dacht niet na, het… gebeurde gewoon.’
‘Dat is wat het betekent om een Discipel te zijn. Sluit je bij ons aan, jongen. Je zou veel goed kunnen doen voor deze wereld.’
Voor Derwisj kan antwoorden, geef ik een schreeuw en val op mijn knieën. De misselijkheid en duizeligheid waar ik al een dag of twee last van had, speelt weer op. Maar dit keer gaat het niet over. Een aanval van hoofdpijn slaat me bijna bewusteloos, ik krimp in elkaar op de stoep, sla mijn handen over mijn oren en gil het uit.
‘Wat is er met haar aan de hand?’ hoor ik de stem van Shark. Iemand helpt me overeind, ik buig naar voren en kots mijn maag leeg. ‘Godverdomme, die is doodziek. Heeft ze iets geslikt?’
‘Nee, ik denk het niet. Ik…’ Mijn zicht komt terug, ik kijk in het bezorgde gezicht van Derwisj. ‘Meg, hoor je me? Wat scheelt er?’ Dan glijdt zijn blik omhoog, naar de nachtlucht en de volle maan. Zijn gezicht wordt asgrauw. ‘Oh nee.’
‘Wat is er?’ Shark houdt me overeind en klopt me op mijn rug als mijn maag weer samenknijpt en de volgende golf gal omhoog perst.
‘Ze… is mijn achternicht. Ik ben Derwisj Grady.’ Sharks greep op mijn armen verstrakt.
‘De clan van de vervloekten.’ Hij zucht diep. ‘Wat een avondje.’
‘Shark, die vent is uitgeschakeld. Heb jij de jongen gevonden?’ Een jonge vrouw met lang donkerrood haar en een vriendelijk, rond gezicht komt aanrennen. Er zitten bloedvlekken op haar grijze sweater.
‘Ik heb hem, Lilith,’ gromt Shark. ‘Maar er is een kleine complicatie. Het is een Grady, en die meid is zijn achternicht. Ik weet het niet zeker, maar volgens mij is ze aan het veranderen.’
‘Een verwant van de Grady’s, hé?’ mompelt Lilith. Ze voelt mijn pols, legt een hand op mijn voorhoofd. ‘Volle maan… alle symptomen…’ Lilith knikt droef. ‘Ze heeft het.’
‘Nee!’ Derwisj slaat me tegen mijn wangen. ‘Nee, Meg! Nee, godverdomme, nee!’
‘Jongen, laat haar. Je kan niks meer voor haar doen.’
‘Nee. Maar ik wel,’ zegt Lilith rustig. ‘En probeer me niet om te praten, Shark,’ voegt ze eraan toe als die zijn mond opent.
‘Goed dan,’ gromt hij. ‘Grady, jij gaat met mij mee. Lilith… pas in godsnaam goed op jezelf.’ Dan zijn ze weg, en ik blijf alleen achter met Lilith.
‘Kan iemand me uitleggen waar dat in godsnaam over ging,’ wring ik moeizaam uit mijn keel.
‘Dat kan ik zeker,’ zeg Lilith op vrolijke toon. ‘Ik ben Lilith Dawson, Olympisch kampioen schaken, Discipel en bevriend met de Grady’s. Jouw bloedlijn is vervloekt door de Demonata, eeuwenoude magische wezens. Elke generatie veranderen een aantal kinderen in weerwolven. Rond hun puberteit slaat de vloek toe, en over het verloop van een paar volle manen veranderen ze in gemuteerde, wolfachtige monsters die doden wanneer ze de kans krijgen. Er is geen genezing, en een volledig veranderd kind zal nooit weer mens worden. Er is maar één manier om de vloek ongedaan te maken, en daarvoor heb je iemand zoals ik nodig, een demonenmeester, en een gevecht op leven en dood.’
Mijn hoofd tolt, mijn maag trekt weer samen. Dan wring ik een pijnlijke grijns op mijn gezicht.
‘Klink als dikke pret. Wanneer beginnen we?’


Reacties:


Discoverxme
Discoverxme zei op 6 okt 2009 - 13:40:
Ik ken de boeken niet.. maar ik vind het tegek!
Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren in het volgende deel!
sorry voor de korte reactie ;x

Xx.


butcherknife
butcherknife zei op 3 okt 2009 - 19:02:
humpf. Ik ga eerst de boeken lezen, en dan dit verhaal, Deal ?


xNadezhda zei op 3 okt 2009 - 13:39:
Lalala.
Ik ken Demonata niet
Maar die laatste alinea heb ik even gelezen en "klinkt als dikke pret" was te droog om voorbij te laten gaan x'D
En nu ga ik Love & Hate lezen, want die snap ik tenminste

<3