Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Burn After Reading » Boulevard Of Broken Dreams.

Burn After Reading

4 okt 2009 - 15:23

1570

12

666



Boulevard Of Broken Dreams.

Het rode schrift staart me beschuldigend aan vanop de gammele tafel. Het is drie dagen geleden sinds ik het in handen kreeg, en ik heb zelfs nog geen poging gedaan om het adres uit de smeekbede op te zoeken. Maar toch kan ik mijn ogen en handen er niet vanaf houden.
In de warboel van krabbels zit het verhaal van een jong meisje. Een onregelmatig bijgehouden dagboek, weinig gedetailleerd en in een onduidelijk handschrift. Sommige passages kan ik echter ontcijferen, en wat ik lees maakt me niet bepaald gelukkig.

Ze zijn vandaag drie jaar dood. Drie jaar al sinds die moordenaars me mijn ouders afnamen. Is zestien jaar te jong om zo’n haat te ontwikkelen? Is negentien jaar te oud om hen niet te vergeven? Ik vraag me af of ik ermee weg zou kunnen komen als ik een staatsagent neerschiet.

Een wees van de maatschappij. Vermoorde ouders. Met de bibber in mijn buik voel ik hoe mijn leven zich met dat van haar wil linken, en dat is gevaarlijk. Ze is opgepakt, misschien al dood. Ze stonden haar specifiek op te wachten. Wie weet wat ze gedaan heeft? Het antwoord daarop vind ik in haar schrift.

Met Orpheus op missie vannacht. De rest vertrouwt me nog niet echt, maar hij neemt het voor me op. Hij is een goede kapitein, dat weet ik nu al. Ik begrijp alleen niet waarom hij al die moeite voor mij doet. Wacht maar, na vannacht zal ik me bewijzen als één van hen. Bloed voor vrijheid.

Bloed voor vrijheid. Daar heb ik mijn antwoord. De leuze van de rebellen. Ze was godverdomme lid van de rebellen! Zo jong nog en haar leven al vergooien aan een verloren zaak. Wat dacht ze dan dat er zou veranderen? De rebellen worden met bosjes tegelijk opgepakt, elk van hun afdelingen wordt langzaam uitgerookt. Ze heeft haar lot op zichzelf afgeroepen.
Maar daaruit kan ik afleiden dat dit boek inderdaad pure dynamiet is. Dat adres is hun hoofdkwartier. Deze geschriften zijn bewijzen tegen hen. Ik ben misschien niet de meest dappere persoon die er buiten loopt, maar ik ga dit boek niet zomaar laten slingeren. En ik ga ook geen anderen gevaar laten lopen omdat ze niet weten wat er met dat meisje, Harper, gebeurd is. Iets in haar lot heeft me met haar verbonden. Ze heeft haar dagboek voor mij achtergelaten, heeft vlak voor ze uit de bus stapte het slot zo gecodeerd dat de eerstvolgende die het aanraakte het zou kunnen openen en lezen.
‘Ik ben getikt,’ grom ik tegen mezelf als ik mijn jas aantrek, het schrift in de ruime binnenzak stop en de deur achter me dichttrek.

De verkeerde kant van de sporen. De straat op het adres is niet veel meer dan de ene krater na de andere. Vroeger een deftige woonwijk met alleenstaande huizen, maar sinds de laatste aanslagen aan het einde van de oorlog compleet verlaten. Huizen zijn gekraakt of storten in terwijl je ernaar kijkt.
Nummer 47 moet ooit mooi zijn geweest, maar er blijft niet veel van over. Het afbladderende witte tuinhek is op verschillende plaatsen verschroeid en het poortje hangt uit de hengsels. Het gras in de voortuin is geelbruin verkleurd en kuithoog opgeschoten. Onkruid overwoekert een uitgebrand karkas van een ooit felrode Chevrolet die met zijn neus nog half in de ingestorte garage staat. Alle ramen zijn dichtgespijkerd, de trapjes naar de veranda zijn vermolmd, en de verweerde schommelbank met het droge spinnenweb in de linkerhoek geeft het geheel een spookachtig uitzicht.
Dit tegen mijn zin klop ik aan. De deur gaat niet verder open dan de veiligheidsketting toelaat. Een beer van een kerel met een kaalgeschoren hoofd blokkeert mijn zicht op wat er zich binnen afspeelt.
‘Wat moet je?’
‘Ik heb iets voor u.’ Ik schuif het schrift door de spleet naar hem toe. ‘En ik heb een boodschap van Harper Brooks.’
‘Van Harper?’ Hij bekijkt me wat grondiger, spert zijn ogen plots wijd open. De deur klapt dicht, ik hoor de ketting rammelen, en dan gooit hij ze helemaal open. ‘Naar binnen,’ gromt hij.
‘Wat? Ik- Nee, ik kom gewoon haar dagboek brengen en dan ben ik weer...’
‘Ik zei, naar binnen.’ Die toon duldt geen tegenspraak, en erg tegen mijn zin schuifel ik naar binnen, het hol van de rebellen in.
‘Mijn naam is Orpheus,’ stelt de reus zich voor. ‘Ik ben de kapitein van deze afdeling, ik neem aan dat je weet wat wij zijn?’ Ik knik onwillig. ‘Mooi zo. Dat is Malvolio, mijn rechterhand.’ Hij wijst naar een lange, magere kerel met een litteken van zijn linkerwenkbrauw tot net onder zijn linkeroor. Zijn oog zit dicht onder paars littekenweefsel. Ik herken de verwondingen, een schampschot van een lasergun. Malvolio zegt niks, knikt enkel in mijn richting.
‘Eglantine, mijn vrouw.’ Een hartvormig gezicht met geelgroene ogen en dik, donkerbruin haar. Misschien was ze ooit een danseres want er is iets opvallends elegant aan haar. Alleen is het moeilijk voor te stellen dat er in deze tijd nog iemand danst. Eglantine glimlacht naar mij.
‘Welkom.’ Ze heeft een schorre, melodieuze stem.
‘Eh, bedankt,’ antwoord ik.
‘En dit is Ramsey.’ Ik kijk in de richting van de uitgestoken arm en schrik zichtbaar. Ramsey’s huid is zo donker dat ik hem in de schaduwen niet eens zag zitten. Net als Orpheus heeft hij zijn hoofd geschoren. Als hij met zijn linkerhand naar me zwaait, zie ik dat hij zijn ringvinger en pink mist.
‘De rest is de stad in, op missies of aan het werk, maar ze komen vanavond terug. Dan kan je hen ontmoeten.’
‘Ontmoeten? Hoor eens, hier is een vergissing in het spel. Ik heb gezien hoe een meisje genaamd Harper Brooks opgepakt werd. Ze zat met mij op de tram en liet haar dagboek voor me achter. Er stond een bericht in, en dit adres. Ze vroeg me om jullie te waarschuwen haar niet achterna te komen en daarna haar dagboek te verbranden voor jullie veiligheid. Dus ik laat dit schriftje hier achter en ik ga nu rustig naar huis, veel plezier ermee.’ Ik doe twee stappen richting de deur voor ik de hand van Orpheus op mijn schouder voel.
‘Dat ligt iets moeilijker, denk ik,’ zegt hij zacht. ‘Het was dapper van Harper, maar we moeten achter haar aan. We laten haar niet in de steek. En jij weet van ons bestaan af, je hebt onze gezichten en ons hoofdkwartier gezien. Welke garantie hebben we dat jij geen spion bent?’
‘Ik ben geen spion!’ roep ik verontwaardigd. ‘Ik hou heus mijn mond wel, laat me gewoon naar huis gaan.’
‘Dat kunnen we niet doen, jongen,’ grinnikt Ramsey. ‘Je zit er middenin, door dat dagboek niet in te leveren bij de politie heb je jezelf tegen hen uitgesproken. Je bent nu één van ons.’ Mijn knieën worden week.
‘Ik… Wat? Nee, dit is een misverstand! Ik hoor niet thuis bij de rebellen!’
‘Dat denkt iedereen in het begin,’ sust Eglantine. ‘Maar uiteindelijk is jezelf inzetten voor de goede zaak iets waar niemand aan kan weerstaan.’
‘De keuze is echt niet aan jou,’ maakt Orpheus het rustig af. ‘Of je sluit je aan, of we binden je vast, gooien je in de kelder en sluiten je daar op tot we terugkomen van onze missie om Harper te bevrijden. Als we al terugkomen, dit wordt geen picknick. We kunnen geen risico lopen, jongen.’
‘Even iets anders,’ komt Ramsey ertussen als ik mijn mond weer open om te protesteren en wijst naar mijn lasergun. ‘Is dat een Llosa Cloud 44?’
‘Ja.’
‘Kun je ermee overweg?’
‘Goed genoeg,’ zeg ik met een schouderophaal. Ramsey bekijkt me met een scheef hoofd, graait een lege fles van tafel en slingert ze in mijn richting. Ik duik instinctief ineen, graai de Llosa uit mijn holster, mik één seconde en schiet het projectiel aan splinters. Een regen van glasscherfjes bezaait de vloer.
‘Leuk hoor!’ gilt Eglantine en schudt de kleine fragmentjes uit haar haren. ‘En denk maar niet dat ik die troep ga opvegen!’
‘Schoonmaken is nu onze laatste zorg. Knul…’
‘Tom,’ zeg ik stijfjes.
‘Tom dus. Heb jij nog van die speeltjes?’
‘Op mijn appartement. Een tweede zoals deze en één Wellsmith Destiny.’
‘Sweet. Laders?’
‘In de kast. Een volle schoendoos voor elk.’
‘Mooi. Ramsey, jij pikt Rupin op en jullie gaan in het appartement van jongeheer Tom de voorgenoemde objecten ophalen.’
‘Wat? Maar… Kan ik dat zelf niet doen?’
‘Jij loopt best niet teveel meer buiten, misschien houden ze je in de gaten. En daarbij, ik verlies jou liever ook niet meer uit het oog.’ Mijn gezicht betrekt, hij heeft me door.
‘Maar de vingerafdrukscanner?’ probeer ik nog ‘Hoe moeten ze binnenkomen?’
‘Beledig me niet,’ grinnikt Ramsey. ‘Zie ik eruit alsof ik moeite heb met het kraken van het systeem van de Hemingway?’ Ramsey knipoogt, schuift zijn eigen lasergun in zijn gordel, en weg is hij.
‘Goed dan, Tom. Blijf jij hier maar rustig zitten, wij gaan de operatie plannen.’ En Orpheus, Eglantine en Malvolio schuiven rond de tafel terwijl ik met trillende handen van woede en paniek in de stoffige zetel ga zitten.
Maar dan sluipt er een ander, misselijkmakend gevoel naar binnen. Gedachten over waarom de rebellen alles riskeren voor één meisje, waarom Harper zulke vitale informatie over de organisatie nog maar mocht opschrijven, laat staan ermee rond zeulde, waarom ze mij hier met alle geweld in willen betrekken worden, overstemd door iets anders. Iets wat niet klopt.
De Hemingway. Ramsey wist mijn adres.
Zonder dat ik het ooit vermeld had.
En met een hernieuwde angst en achterdocht staar ik naar de drie gedaantes die aan de tafel onverstaanbaar tegen elkaar mompelen en af en toe een stiekeme blik op mij werpen.

Voor Nadezh, alweer.


Reacties:

1 2 3

butcherknife
butcherknife zei op 5 okt 2009 - 19:06:
Dit is spannend.
echt heel spannend.
en ik wil nu meer,
ga maar snel verder n.n


MoonRocker zei op 5 okt 2009 - 16:58:
=O
*shock*
Ik wil absoluut weten hoe het verdergaat.
Het is echt geweldig gewoon.
*weet niet meer te zeggen*

xoxo <3


Shakedown
Shakedown zei op 5 okt 2009 - 12:28:
Meeeh!

Dit is spannend! Ik wil meersel!


lOveYouX
lOveYouX zei op 4 okt 2009 - 22:44:
Meeer, dit is echt wel spannend
Zou het meisje nog leven?


Eliros
Eliros zei op 4 okt 2009 - 18:39:
Hmm, leuk stuk, heel gauw verder <3