Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Sprookjes » De tranen uit de waterput » De tranen uit de waterput

De tranen uit de waterput

7 okt 2009 - 19:02

850

3

298



De tranen uit de waterput

extra weetje, het verhaal is precies 850 woorden lang XD

Er waren eens twee broers. Ze woonden in en dorpje ver van hier. Jens was de naam van de oudste broer, Andreas was de naam van de jongste broer. Ze woonden samen in een klein huisje, zonder moeder en zonder vader. Hun vader, die tot aan zijn dood een visser was geweest, leerden hen hoe je door te vissen kan overleven, en dus gebruikten ze alles wat hun vader hen geleerd had. Elke morgen stond de oudste broer om 5 uur op om te gaan vissen, terwijl de jongste zorgde voor brood en groenten. Ze hadden niet veel, maar ze hadden hun taken en ze hadden elkaar, dat was genoeg.

Maar op een dag werd Jens ziek. Hij was altijd heel erg moe en kon niet meer gaan vissen. Hij zei zijn broertje dat hij wel weer beter zou worden. Hij had alleen veel verse groenten en fruit nodig en dan zou hij weer elke dag kunnen gaan vissen. Weken lang stond Andreas op nog voor de zon opkwam om het fruit te halen voor zijn broer, maar Jens werd niet beter. De kleine jongen was moe en ging uiteindelijk hulp vragen aan de heks van het dorp. De heks was niet gemeen, maar aardig, en wilde de twee broers graag helpen. Ze volgde Andreas tot aan hun huis en onderzocht zijn doodzieke broer. “Alleen de tranen van de pratende vis kunnen hem redden.”¯ Zei de heks na een tijdje. Ze keek nog even naar de zieke jongen voor haar en vertrok dan weer naar haar huisje. Snikkend zat de visserszoon naast het bed van zijn zieke broer. Hij wist dat hij zijn broer niet zou kunnen helpen. De pratende vis leefde in de waterput aan de rand van het dorpje. ’s Nachts, als je heel goed luisterde, kon je iemand horen schreeuwen, daarom durfde niemand naar de waterput toe te gaan. Hij keek weer naar zijn broer en beloofde hem dat hij het tenminste zou proberen om hem te redden.
De volgende dag vertrok de jongen met een glazen bokaal in zijn rugzak naar de waterput. Onderweg kwam hij een vriend tegen. “Hé Andreas, wat ga je doen?”¯ “Ik moet de pratende vis halen om mijn broer te redden.”¯ “Dat kan je niet alleen! Ik zal je helpen.”¯ “Nee, ik heb geen hulp nodig.”¯ Antwoordde hij en hij liep weer verder. Weer even later kwam hij opnieuw een vriend tegen. “Hé Andreas, wat ga je doen?”¯ “Ik moet de pratende vis halen om mijn broer te redden.”¯ “Weet je, ik heb een touw in mijn rugzak. Neem het mee, het kan misschien nog van pas komen.”¯ “Nee, ik heb geen hulp nodig.”¯ En weer liep hij verder. Toen hij bij de waterput aankwam was hij alleen, er was niemand te zien. Hij keek over de rand van de waterput en kon de bodem niet goed zien, zo diep was het. Hij klom over de rand en ging via de ladder naar beneden. Toen hij onder aankwam stond hij tot aan zijn knieën in het water. Het was donker, maar een beetje licht kon nog een weg vinden naar beneden. Met zijn ogen naar het water gericht ging Andreas op zoek naar de pratende vis. Door het weinige licht kon Andreas de stenen in het water niet goed zien en viel hij enkele keren in het water. Hij was moe, hij was helemaal nat en had het koud, hij wilde naar huis. Ineens hoorde hij een schreeuw. Door de echo kon hij niet goed horen vanwaar het kwam, maar toch ging hij op zoek. Hij volgde de muur en hoorde opnieuw een schreeuw, deze keer was het veel dichter bij. Andreas zette nog een paar stappen en zag toen dat het de pratende vis was die schreeuwde. “Waarom schreeuw jij zo?”¯ Vroeg de jongen bang aan de vis. “Omdat ik alleen ben en ik geen vriendjes heb,”¯ Antwoordde de vis. “nooit komt er iemand op bezoek en daarom ben ik zo verdrietig.”¯ “Weet je wat? Als jij mijn broer geneest dan mag je bij ons blijven wonen.”¯ De vis ging akkoord en Andreas deed hem in de glazen bokaal in zijn rugzak. Hij ging weer terug naar de ladder, maar de bokaal was veel te zwaar om mee op de ladder te nemen. “Help! Help me dan toch!”¯ Riep Andreas naar boven. Maar niemand kwam hem helpen. Boos op zichzelf, omdat hij zijn broer nu niet zou kunnen helpen, ging hij op de ladder zitten. “Hé, Andreas, moeten we je helpen?”¯ Riep iemand van bovenaf. Andreas keek naar boven en zag dat het zijn vrienden waren. “Ja, willen jullie me alsjeblieft helpen? Het spijt me zo van wat ik gezegd heb!”¯ De jongens lachten en hielpen Andreas en de vis naar boven. 1000den keren bedankte hij zijn vrienden en liep dan samen met hen naar huis. De vis schonk enkele van zijn genezende tranen zodat Jens ze op kon drinken. Jens werd beter en de vis was blij dat hij nu vrienden had. Andreas was zijn vrienden eeuwig dankbaar voor het redden van zijn broer en ze leefden nog lang en gelukkig.


Reacties:


Sharey
Sharey zei op 12 dec 2010 - 18:15:
Leuk verhaal! Kreeg je er op school ook een goed cijfer voor?


dreamerangel
dreamerangel zei op 23 juli 2010 - 17:01:


geniaal verhaal

9.6

tevreden met het cijfer?

xx


Yarsea
Yarsea zei op 25 feb 2010 - 16:44:
leuk,