Hoofdcategorieλn
Home » Harry Potter » Theodoor Damon Noot
Theodoor Damon Noot
Geschreven door:
Laatst bijgewerkt:
22 jan 2010 - 9:43
Leeftijdskeuring:
12+
Aantal woorden:
0
Aantal reacties:
0
Categorie:
Omschrijving:
Proloog
Vertederd keek de lange, slanke man naar het bundeltje in zijn armen. Nog nooit had hij zó iets wonderbaarlijks gezien. Dat zachte lijfje, die kleine vingertjes, vredig gesloten oogjes. Een baby, onwetend over het lange leven wat voor hem lag. Onwetende over die grote wereld, de Aarde, Europa, ââ¬â¢t Verenigd Koninkrijk, Engeland, Stevenage.
ââ¬ÅM- mag ik hem even vasthouden?ââ¬Â vroeg een gedaante in de hoek kleintjes, bang voor wat er komen zou.
De man scheurde zijn ogen los van zijn zoon. Direct leek de kamer tien graden kouder te worden. Zijn gezicht was een kil masker vertrokken van walging, van pure afschuw.
ââ¬ÅBen je het vergeten?ââ¬Â sprak hij kil. Zijn blik was gericht op een meisje wat niet veel ouder kon zijn dan zestien, zeventien. Haar zomerblonde haren zaten vol met vuil, hingen als slierten om haar hoofd. En ze was dun, schrikbarend dun. Al dagen had ze te weinig gegeten. De baby in haar buik at alles op. En nu, nu was het kind eruit. Geen tel had ze hem vast mogen houden.
Grote, fletse ogen keken hem terug aan, smeekten hem.
ââ¬ÅNiet de kelder, alsjeblieft Leonardo. Ik smeek het je.ââ¬Â Ze kwam half overeind, viel terug. Haar lichaam was te zwak. Het kon haar eigen gewicht niet dragen.
ââ¬ÅHoe noemde je me?ââ¬Â Het meisje kromp ineen. Ze wilde schreeuwen om hulp, maar niemand kon haar horen. Haar stem was te zwak om tot de bedienderuimte te reiken, de villa te afgelegen. Nooit zou ze weg kunnen gaan. En haar zoon, háár zoon! Ze wilde hem zien, hem aanraken. Leonardo was slecht, maar zo slecht?
Tranen gleden over haar wangen. Ze opende een paar keer haar mond. Doch, er kwam geen enkel geluid over.
ââ¬ÅHoe noemde je me,ââ¬Â gromde Leonardo rauw als van een wild beest, ââ¬Åhoe noemde je me, Natasha?ââ¬Â Hij bleef kalm, te kalm. Was dat te danken aan het kind in zijn armen? Minuten gingen voorbij. De klok tikte luid, echode door de kamer.
ââ¬ÅGeef antwoord als ik iets aan je vraag! En ben je het vergeten?ââ¬Â
ââ¬ÅW-w-wat ver-vergeten?ââ¬Â vroeg Natasha trillend. Beelden flitsten voor haar ogen langs. Alleen ââ¬â donker ââ¬â honger ââ¬â afgrijselijke honger ââ¬â allesverzengende dorst ââ¬â alle hoop weg ââ¬â licht ââ¬â haar man, Leonardo ââ¬â water ââ¬â brood ââ¬â dank ââ¬â zoveel dank ââ¬â pijn ââ¬â schrijnen ââ¬â steken ââ¬â zwart. Het volgde elkaar razendsnel op, kolkte door haar heen. Over en over, zonder enig vorm van ritme.
Leonardo grijnsde duivels. Zijn geduld was ten einde. Het bundeltje in zijn armen bewoog zich even. Leonardo draaide zich om. Pure opluchting gleed over Natashaââ¬â¢s gezicht. Ze zou niet gestraft worden. Hij had iets beters. Ze zou vrij gelaten worden. Hoop welde op in haar borstkas.
Te vroeg gejuicht. Hij legde hem enkel in de wieg. Een zwarte vlakbij het knetterend haardvuur. Zonder ver ook nog maar een woord te zeggen, liep hij op het meisje af en pakte haar ruw bij de haren.
Ze slaakte een ijselijke gil van pijn. Het geluid ging door merg en been. In de wieg opende het hummeltje eindelijk zijn ogen, zijn felrode ogen. Ze staarden naar boven, naar het plafond. Hij maakte geen enkel geluid, bleef maar staren en staren. Hij hoorde voor de eerste keer een lichaam dat werd weggesleept, krijsend van doodsangst, van pijn. Boeien werden dichtgeklapt, een deur gesloten. Op slot gedraaid.
ââ¬ÅMijn zoon, mijn prachtige zoonââ¬Â, zei Leonardo liefdevol toen hij eenmaal terug was in de kamer. Hij stond voor het wiegje. Het kleine jongetje strekte zijn mollige armpje, opende zijn handje. Stevig klemde hij zijn vuistje om de wijsvinger van zijn vader.
ââ¬ÅMijn zoon, Theodoor Damon Noot.ââ¬Â
Vertederd keek de lange, slanke man naar het bundeltje in zijn armen. Nog nooit had hij zó iets wonderbaarlijks gezien. Dat zachte lijfje, die kleine vingertjes, vredig gesloten oogjes. Een baby, onwetend over het lange leven wat voor hem lag. Onwetende over die grote wereld, de Aarde, Europa, ââ¬â¢t Verenigd Koninkrijk, Engeland, Stevenage.
ââ¬ÅM- mag ik hem even vasthouden?ââ¬Â vroeg een gedaante in de hoek kleintjes, bang voor wat er komen zou.
De man scheurde zijn ogen los van zijn zoon. Direct leek de kamer tien graden kouder te worden. Zijn gezicht was een kil masker vertrokken van walging, van pure afschuw.
ââ¬ÅBen je het vergeten?ââ¬Â sprak hij kil. Zijn blik was gericht op een meisje wat niet veel ouder kon zijn dan zestien, zeventien. Haar zomerblonde haren zaten vol met vuil, hingen als slierten om haar hoofd. En ze was dun, schrikbarend dun. Al dagen had ze te weinig gegeten. De baby in haar buik at alles op. En nu, nu was het kind eruit. Geen tel had ze hem vast mogen houden.
Grote, fletse ogen keken hem terug aan, smeekten hem.
ââ¬ÅNiet de kelder, alsjeblieft Leonardo. Ik smeek het je.ââ¬Â Ze kwam half overeind, viel terug. Haar lichaam was te zwak. Het kon haar eigen gewicht niet dragen.
ââ¬ÅHoe noemde je me?ââ¬Â Het meisje kromp ineen. Ze wilde schreeuwen om hulp, maar niemand kon haar horen. Haar stem was te zwak om tot de bedienderuimte te reiken, de villa te afgelegen. Nooit zou ze weg kunnen gaan. En haar zoon, háár zoon! Ze wilde hem zien, hem aanraken. Leonardo was slecht, maar zo slecht?
Tranen gleden over haar wangen. Ze opende een paar keer haar mond. Doch, er kwam geen enkel geluid over.
ââ¬ÅHoe noemde je me,ââ¬Â gromde Leonardo rauw als van een wild beest, ââ¬Åhoe noemde je me, Natasha?ââ¬Â Hij bleef kalm, te kalm. Was dat te danken aan het kind in zijn armen? Minuten gingen voorbij. De klok tikte luid, echode door de kamer.
ââ¬ÅGeef antwoord als ik iets aan je vraag! En ben je het vergeten?ââ¬Â
ââ¬ÅW-w-wat ver-vergeten?ââ¬Â vroeg Natasha trillend. Beelden flitsten voor haar ogen langs. Alleen ââ¬â donker ââ¬â honger ââ¬â afgrijselijke honger ââ¬â allesverzengende dorst ââ¬â alle hoop weg ââ¬â licht ââ¬â haar man, Leonardo ââ¬â water ââ¬â brood ââ¬â dank ââ¬â zoveel dank ââ¬â pijn ââ¬â schrijnen ââ¬â steken ââ¬â zwart. Het volgde elkaar razendsnel op, kolkte door haar heen. Over en over, zonder enig vorm van ritme.
Leonardo grijnsde duivels. Zijn geduld was ten einde. Het bundeltje in zijn armen bewoog zich even. Leonardo draaide zich om. Pure opluchting gleed over Natashaââ¬â¢s gezicht. Ze zou niet gestraft worden. Hij had iets beters. Ze zou vrij gelaten worden. Hoop welde op in haar borstkas.
Te vroeg gejuicht. Hij legde hem enkel in de wieg. Een zwarte vlakbij het knetterend haardvuur. Zonder ver ook nog maar een woord te zeggen, liep hij op het meisje af en pakte haar ruw bij de haren.
Ze slaakte een ijselijke gil van pijn. Het geluid ging door merg en been. In de wieg opende het hummeltje eindelijk zijn ogen, zijn felrode ogen. Ze staarden naar boven, naar het plafond. Hij maakte geen enkel geluid, bleef maar staren en staren. Hij hoorde voor de eerste keer een lichaam dat werd weggesleept, krijsend van doodsangst, van pijn. Boeien werden dichtgeklapt, een deur gesloten. Op slot gedraaid.
ââ¬ÅMijn zoon, mijn prachtige zoonââ¬Â, zei Leonardo liefdevol toen hij eenmaal terug was in de kamer. Hij stond voor het wiegje. Het kleine jongetje strekte zijn mollige armpje, opende zijn handje. Stevig klemde hij zijn vuistje om de wijsvinger van zijn vader.
ââ¬ÅMijn zoon, Theodoor Damon Noot.ââ¬Â
Hoofdstukken
- Er zijn nog geen hoofdstukken voor deze fanfiction geschreven...
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.