Hoofdcategorieën
Home » Overige » "Schilderij"
"Schilderij"
Geschreven door:
Laatst bijgewerkt:
4 juli 2010 - 15:38
Leeftijdskeuring:
AL
Aantal woorden:
3696
Aantal reacties:
3
Categorie:
Omschrijving:
Proloog.
Al van kleins af aan had ik een passie voor kunst, ik ontwikkelde het in de periode dat mijn vader me vaak genoeg mee nam naar talloze kunstgaleries om me respect voor de kunst te leren. Hij nam me vaak in de weekenden mee naar exclusieve exposities en liet me wat van zijn eigen werk zien. Beeldhouwen, boeken, tekeningen. Mijn vader was van alle markten thuis, er was slechts één ding dat hij liever achterwege liet. Waarom precies? Dat is me nooit duidelijk geworden, maar schilderen was niet zijn ding. Sterker nog, aan zijn reacties was op te merken dat hij er een hekel aan had. Afschuw voor het schilderen, toch kon hij mijn interesse voor de prachtige schilderijen niet tegenhouden. Ik vond het heerlijk om weg te kunnen dromen tijdens het schilderen, of tijdens het bekijken van schilderijen. Het werd mijn hobby, ik hield ervan en niemand kon me ervan weerhouden. Maar toen op mijn 14e mijn vader kwam te overlijden stopte alles abrupt. Het voelde alsof ik het niet langer kon, alsof ik hem bedroog en daardoor niet langer zijn kleine dochter was. Een gevoel dat ik hevig probeerde te onderdrukken en zover mogelijk in een klein hoekje wegstopte. Overal waar schilderijen opdoken, dook ik weg. Net als mijn vader kreeg ik beetje bij beetje een afschuw voor het schilderen. En toen ik 16 werd dacht ik niet meer over de oorzaak van mijn afschuw na, schilderen… Wat was dat voor iets stoms?
Sommige mensen denken dat ze geluk in hun macht hebben, ze denken dat ze het lot voor kunnen zijn en zelf kunnen bepalen hoe hun leven zal gaan. Ze zien echter de realiteit niet. Slechts een klein aantal mensen beseft dat het lot een eigen wil heeft die niet veranderd kan worden. Alles in het leven heeft een bepaalde reden, niets is voor niets.
Het was misschien een beetje raar maar ik kende mezelf goed genoeg om te weten dat ik de positieve kanten van de hele verhuizing nooit zou willen toegeven, ik zou nooit opbiechten dat ik mijn kamer eigenlijk best wel leuk vond en ik zou nooit gaan bekennen dat het achteraf eigenlijk best wel meeviel allemaal. Het was mijn aard, mijn karakter. Ik was koppig en hield voet bij stuk, het was hier niet leuk. Het was hier stom. Mijn kamer was niet leuk. En het viel allemaal niet mee. Het was vreselijk, en ik kon mijn ouders niet vergeven dat ze me dit aan deden. Sommigen noemden me een negatieveling, ik vond mezelf gewoon realistisch. Het was een feit dat ik mijn oude vrienden niet meer kon zien, dat ik hier moest leven en dat het allemaal mijn ouders domme besluit was geweest. Het was ook een feit dat het gebeurt was, en dat het onomkeerbaar was. We waren hier heen verhuist, feit. Misschien moest ik ophouden met mopperen over iets wat toch niet meer ging veranderen en me concentreren op het verbeteren van de situatie. Ik streek met mijn hand door mijn krullende blonde haren, mijn gordijnen – met gaten – hingen voor de ramen van mijn nieuwe kamer en zorgden dat het maanlicht niet de kans kreeg om mijn kamer te verlichten. Aangezien de lamp nog niet was opgehangen en het enige licht nu van een zwakke zaklamp die ik in mijn hand hield kwam was het behoorlijk donker in dit kleine hokje. De afgelopen dagen waren langzaam voorbij gekropen, er ging geen minuut voorbij dat ik niet aan mijn vrienden dacht. Maar het leven dat was keihard, en de wereld draaide door…
Al van kleins af aan had ik een passie voor kunst, ik ontwikkelde het in de periode dat mijn vader me vaak genoeg mee nam naar talloze kunstgaleries om me respect voor de kunst te leren. Hij nam me vaak in de weekenden mee naar exclusieve exposities en liet me wat van zijn eigen werk zien. Beeldhouwen, boeken, tekeningen. Mijn vader was van alle markten thuis, er was slechts één ding dat hij liever achterwege liet. Waarom precies? Dat is me nooit duidelijk geworden, maar schilderen was niet zijn ding. Sterker nog, aan zijn reacties was op te merken dat hij er een hekel aan had. Afschuw voor het schilderen, toch kon hij mijn interesse voor de prachtige schilderijen niet tegenhouden. Ik vond het heerlijk om weg te kunnen dromen tijdens het schilderen, of tijdens het bekijken van schilderijen. Het werd mijn hobby, ik hield ervan en niemand kon me ervan weerhouden. Maar toen op mijn 14e mijn vader kwam te overlijden stopte alles abrupt. Het voelde alsof ik het niet langer kon, alsof ik hem bedroog en daardoor niet langer zijn kleine dochter was. Een gevoel dat ik hevig probeerde te onderdrukken en zover mogelijk in een klein hoekje wegstopte. Overal waar schilderijen opdoken, dook ik weg. Net als mijn vader kreeg ik beetje bij beetje een afschuw voor het schilderen. En toen ik 16 werd dacht ik niet meer over de oorzaak van mijn afschuw na, schilderen… Wat was dat voor iets stoms?
Sommige mensen denken dat ze geluk in hun macht hebben, ze denken dat ze het lot voor kunnen zijn en zelf kunnen bepalen hoe hun leven zal gaan. Ze zien echter de realiteit niet. Slechts een klein aantal mensen beseft dat het lot een eigen wil heeft die niet veranderd kan worden. Alles in het leven heeft een bepaalde reden, niets is voor niets.
Het was misschien een beetje raar maar ik kende mezelf goed genoeg om te weten dat ik de positieve kanten van de hele verhuizing nooit zou willen toegeven, ik zou nooit opbiechten dat ik mijn kamer eigenlijk best wel leuk vond en ik zou nooit gaan bekennen dat het achteraf eigenlijk best wel meeviel allemaal. Het was mijn aard, mijn karakter. Ik was koppig en hield voet bij stuk, het was hier niet leuk. Het was hier stom. Mijn kamer was niet leuk. En het viel allemaal niet mee. Het was vreselijk, en ik kon mijn ouders niet vergeven dat ze me dit aan deden. Sommigen noemden me een negatieveling, ik vond mezelf gewoon realistisch. Het was een feit dat ik mijn oude vrienden niet meer kon zien, dat ik hier moest leven en dat het allemaal mijn ouders domme besluit was geweest. Het was ook een feit dat het gebeurt was, en dat het onomkeerbaar was. We waren hier heen verhuist, feit. Misschien moest ik ophouden met mopperen over iets wat toch niet meer ging veranderen en me concentreren op het verbeteren van de situatie. Ik streek met mijn hand door mijn krullende blonde haren, mijn gordijnen – met gaten – hingen voor de ramen van mijn nieuwe kamer en zorgden dat het maanlicht niet de kans kreeg om mijn kamer te verlichten. Aangezien de lamp nog niet was opgehangen en het enige licht nu van een zwakke zaklamp die ik in mijn hand hield kwam was het behoorlijk donker in dit kleine hokje. De afgelopen dagen waren langzaam voorbij gekropen, er ging geen minuut voorbij dat ik niet aan mijn vrienden dacht. Maar het leven dat was keihard, en de wereld draaide door…
Hoofdstukken
- 1. Alles veranderde door één kleine beslissing
3696 woorden, 1 reacties, laatste update: 4 juli 2010 - 15:40
Reacties:
Neeriash zei op 30 juli 2010 - 23:17:
Wauw, ik vind de proloog als onwijs goed geschreven.
nu gauw verder naar hoofdstuk 1 (:
Wauw, ik vind de proloog als onwijs goed geschreven.
nu gauw verder naar hoofdstuk 1 (:
Dus toch, ^^
Hah =p
Ga dus maar verder, zodra je kan! =p