Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Forum » Stamcafé » [500] Week #2

[500] Week #2

1 2 3 4 5 6 7
xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 30 aug 2015 - 23:57:
Welkom bij de 500 Challenge! Week 2 alweer, we poweren door!

B E L A N G R I J K
- Post de stukjes die je schrijft (tussen de 450 en 550 woorden) in dit topic. Anders telt het niet.
[- Als je niet online kunt komen maar wel iets geschreven hebt, stuur dan een foto via Whatsapp of zo, in pb kun je om nummers vragen.]
- Heb heel erg veel plezier.

P R O M P T S
- maandag: het einde van de zomer, de laatste warme dagen: personages A/B/C/etc. willen er koste wat het kost nog goed gebruik van maken.
- dinsdag: het waait verschrikkelijk hard, zo hard dat iets belangrijks van personage A is weggewaaid.
- woensdag: de eerste sneeuwval van het jaar! Personages A/B/C/etc. hebben daar verschillende meningen over.
- donderdag: personage A vindt / heeft iets gevonden in het ijs. Personage B bemoeit zich ermee.
- vrijdag: gebruik de zin: “Ik zei toch dat de mist niet zou optrekken.”
- zaterdag: personages A/B/C/etc. kunnen voor het eerst in tijden naar buiten zonder jas.
- zondag: Summer dreams, ripped at the seams / But oh, those summer nights! Baseer je stuk op deze lyrics, zonder de context van de rest van het liedje en zonder de lyrics letterlijk te gebruiken.

T U S S E N S T A N D
1. Kay - 12,7
2. Julia - 11,7
3. Dezh - 10,5
3. Elise - 10,5
5. Daan - 8,5
6. Bodine - 7,6
7. Rebella - 7,3
8. Iv - 5,5
8. Kirsten - 5,5
10. Merula - 4,4
10. Misty - 4,4
12. Jess - 2,1
13. Cyn - 1



xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 1 sep 2015 - 9:47:
@Bodine: maar je had gisteren dan ook een dag voor een Tijdverdrijver, het is al heel wat dat je de rust vond om íéts te schrijven.

Rebella
Rebella

Rebella is offline

[597]
Rebella zei op 1 sep 2015 - 13:16:
Dinsdag: 550 woorden
Schetsblok

Haas rende tussen de bomen door, vallende eikels en dennenappels ontwijkend. Tegen zijn borst hield hij zijn schetsblok. In de verte hoorde hij egel gillen, die had nog veel meer moeite met de wind Haas. Vechtend tegen de wind begaf hij zich naar zijn vriend.
“Egel?!” Egel hoorde hem niet door de wind. Haas ging achter hem staan, misschien hoorde egel hem dan, aangezien hij met zijn rug naar de wind stond.
“Hee...” Egel klonk verbaasd maar keek niet om en begon toen te lopen, Haas liep hem achterna.
“De wind is gaan liggen,” Hoorde hij hem zeggen. Zonder dat Egel het door had volgde Haas het beestje door het bos, naar zijn hol. Daar pas draaide Egel zich om gild verrast.
“Ha die Egel,” Groette Haas hem, heimelijk plezier hebbend in het verraste gezicht.
“Haas, waar kom jij nou vandaan? Ik heb je helemaal niet gezien.”
“Oh, dat klopt, ik liep namelijk daar.” Haas wees in de verte. Egel knikte begrijpelijk en liet Haas binnen.
“Wat deed je in het bos met dit weer?”
“Ik was de zandvlakte aan het schetsen toen het begon te stormen.” Haas sloeg een poot voor zijn mond.
“Wat is er? Is de thee te heet?”
“Nee, mijn schetsblok, het is weg.”
“Dan moeten we gaan zoeken.” Egel liep opnieuw de storm in, een verdrietige Haas volgde hem. Al snel kwamen ze Uil tegen die mistroostig naar de lucht keek.
“Ha, die Uil,” Groette Egel hem.
“Hallo,” Zei Uil, Haas reageerde niet.
“Wat is er met hem?” Uil keek bezorgd naar Haas.
“Hij is zijn schetsblok is weggewaaid.” fluisterde Egel.
“Ah, zal ik helpen zoeken?” Egel knikte opgetogen en met zijn drieën liepen ze verder.
“Hier weet ik dat ik hem nog had.” Zei Haas toen ze op het punt stonden waar Haas de egel eerder was tegengekomen.
“Ik zie het nergens,” Egel keek zoekend in het rond.
“Misschien...” begon Uil aarzelend. Haas knikte instemmend.
“Laten we gaan,” Uil en Haas begonnen te lopen, Egel hobbelde achter ze aan.
“Waar gaan we naartoe?”
“Naar de boze heks.” Antwoordden Uil en Haas tegelijk.
“Naar...oh...”
Het hutje van de heks zag er uitnodigend uit in het gure weer, uit de schoorsteen stegen heerlijke dampen op en door het raam zagen ze dat ze het haardvuur had aangestoken. Haas slikte even en klopte toen dapper op de deur. De boze heks stommelde even en opende toen de deur.
“Wat moeten jullie?” Ze klonk geïrriteerd maar Haas haalde diep adem.
“In de storm ben ik mijn schetsblok kwijtgeraakt, ik wilde vragen of je kon helpen zoeken.”
“Pah! Jullie zijn toch veel beter in zoeken?”
“Ja, maar wij kunnen niet toveren.”
“Ah… Wat ga je me ervoor geven?” Ze leunde tegen de deurpost. Haas dacht diep na.
“Een tekening van u.” Zei hij uiteindelijk. De heks keek hem even aan.
“Goed dan, kom binnen.” Uil sloot de deur, terwijl de heks in haar grote toverboek bladerde.
“Weggewaaid he, niet zo gek in dit weer. Het verbaasd me dat jullie niet zijn weggewaaid.”
De vrienden hielden zich doodstil, de heks niet uit haar concentratie halend.
“Ik heb een haar van je vacht nodig.” Ze draaide zich naar Haas om die slikte en deed wat ze zei.
Haas tekende de heks, de rest at van de appeltaart.

edit: volgens mijn word 550, maar hier zegt hij 516... nou ja...

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 1 sep 2015 - 16:38:
Wanneer hij uit de studio stapt, slaat de hevige wind hem om de oren. Hij slaat een beschermende arm om zijn recent zwartgeverfde haar en haast zich naar zijn auto. Onderweg bedankt hij duivel voor het bestaan van op afstand te openen autosloten.
Eenmaal op de weg wordt het alleen maar erger. Hij woont slechts vijf kilometer van de studio, maar de weg staat helemaal vast met auto’s die aan het weer proberen te ontkomen. Ze falen er hopeloos in: de regen voegt zich bij de wind en de auto’s kunnen nog steeds geen kant op.
Tom besluit de radio aan te zetten en na twee nummers met iets te dreunende bas komt hij erachter dat er een boom op de weg ligt.
Hij moet zich inhouden om niet tegen zijn stuur te slaan.
In stilte vervloekt hij zichzelf (oké, misschien passeren een paar onzedelijke termen toch zijn lippen) omdat hij ’s morgens het weerbericht niet heeft bekeken.
De was hangt nog buiten.
Zijn lievelingsshirt.
Bill kan het niet binnengehaald hebben; die was de hele dag bezig bij een modellenbureau.
Tom besluit dat er maar één ding op zit: hij stopt zijn Samy Deluxe CD in de CD-speler en schreeuwt naar harte lust mee met de Duitstalige rap terwijl hij op zijn iPhone Candy Crush speelt. Hij zit zes levels achter Bill en hem inhalen lijkt prima tijdverdrijf.
Tot zijn batterij leeg is.
Hij vermaakt zich de rest van de tijd met het drummen van Samy Deluxe ritmes op zijn stuur. Als hij Bill niet kan inhalen met Candy Crush, kan hij allicht leren beter te drummen dan Gustav.
Hij is de tel kwijt van het aantal keer dat hij zijn CD opnieuw heeft aangezet wanneer de rij auto’s voor hem eindelijk in beweging komt.
Met het gaspedaal zo diep ingedrukt als de omstandigheden toelaten, racet hij terug naar huis. Daar aangekomen, rent hij direct door naar de achtertuin. Het is precies zoals hij verwacht had: de waslijn is helemaal leeg gewaaid.
Ondanks het noodweer spendeert Tom een kwartier aan het uitkammen van al het tuinmeubilair en de planten, in de hoop zijn lievelingsshirt te vinden.
Hij vindt niets.
De wanhoop dreigt hem te overmeesteren tegen de tijd dat Bill de tuindeur opent en naar zijn broer roept dat hij binnen moet komen (“Sukkel! Straks vat je kou en we kunnen niets opnemen als jij overal doorheen hoest.”)
Tom gehoorzaamt en neemt terneergeslagen plaats op de bank.
“Wat deed eigenlijk je buiten?” roept Bill vanuit de keuken, waar hij thee aan het zetten is.
“Mijn was zoeken,” antwoordt Tom. “Mijn lievelingsshirt hing nog buiten.”
Dan hoort hij de wc doortrekken, gevolgd door voetstappen. Even later staat Georg grijnzend in de deuropening: “Ik had een idee voor een nummer en wilde het delen, maar er was niemand en het verkeer stond te vast om richting de studio te gaan. Toen heb ik m’n reservesleutel gebruikt en gewacht tot je thuiskwam. Ik heb de was binnen gehaald en op je bed gelegd.”


500 woorden.

1Dzayn
1Dzayn

1Dzayn is offline

[5362]
1Dzayn zei op 1 sep 2015 - 20:36:
500 woorden

Het is een stormachtige dag en Harry zucht diep. Hij had zich zo verheugd op een potje zwerkbal.
‘Harry, stop met zuchten,’ zegt zijn vriend geïrriteerd.
‘Ik kan er niks aan doen! Ik had me zo verheugd op de zwerkbal training.’
‘Harry, je bent slecht in zwerkbal.’
‘Dus? Mag ik er niet van genieten dan?’ vraagt Harry. Hij staart zijn vriend stuurs aan.
‘Ehh.’
Harry fronst en grijpt het kale stuk perkament. ‘Ik hoor het alweer. Dag, Zayn.’
Hij verlaat de kamer en loopt de Griffoendor huiskamer door. Hij stapt achter de dikke dame vandaan en trekt zijn mantel goed. Vervolgens maakt hij zijn weg door de gangen, naar buiten.

Op het bordes blijft hij stilstaan, vouw het stuk perkament uit. Hij zegt de spreuk, zachtjes, en tikt op het perkament. De lijnen van het kasteel komen langzaam tevoorschijn en hij glimlacht tevreden. De kaart is al zolang in zijn familie, dat hij hem ondertussen van binnen naar buiten en van buiten naar binnen kent. Toch krijgt hij nog elke keer een kriebel wanneer de lijnen tevoorschijn komen.
Echter, voordat de hele plattegrond tevoorschijn is gekomen, krijgt een harde windvlaag de kaart in zijn bezit.
‘Nee!’ roept Harry in paniek. De kaart wordt uit zijn handen gerukt, racet over het veld met de wind.
‘Shit, shit, shit,’ vloekt hij hard. Hij sprint de trap af, zet de achtervolging in.
‘Nee, nee, nee. Blijf nou hier.’ Hij vloekt weer en neemt een snoekduik richting de kaart. Hij grijpt mis.

‘Dat was nog eens een mooie duik, Styles.’
Harry slikt, spiekt omhoog en kreunt als hij Louis Tomlinson, Zwadderaar, ziet. ‘Tomlinson.’
De jongen grijnst en Harry ziet hoe hij de kaart in zijn handen heeft. ‘Zou ik dat perkament terug mogen?’
‘Hoezo, is het belangrijk?’ vraagt de zwadderaar met een grijns.
Harry krabbelt overeind en knikt. ‘Het is een familiestuk.’
‘Dit stuk perkament? Wat is er zo bijzonder aan dan?’ De jongen kijkt richting het perkament en Harry slaat snel zijn hand erover heen. Louis trekt een wenkbrauw op en Harry loopt rood aan.
‘Ehm, zou ik het alsjeblieft terug mogen?’
Louis lijkt erover na te denken. ‘Op een voorwaarde.’
‘Eh en dat is?’ vraagt Harry. Hij wordt zenuwachtig, voelt zijn handen licht trillen. Wat zou hij willen?
‘Jij gaat op een date met mij en ik geef jou de kaart terug.’
Harry knippert, kijkt Louis aan. ‘Wat.’
‘Jij. Date. Ik. Jij kaart.’
‘Ik ben niet dom, Louis.’
‘Ah, dus je weet mijn naam?’ Louis wiebelt zijn wenkbrauwen en Harry wordt rood.
‘Dus, wat zeg je ervan?’ vraagt Louis na een stilte. Harry denkt na, kijkt naar de kaart die nog steeds in Louis’ hand zit, de kaart waar hij zijn eigen hand overheen heeft geslagen.

‘Oke.’
‘Oke?’ vraagt Louis verbaasd. Harry knikt en de zwadderaar begint te glimlachen.
‘Oke.’
‘Mag ik dan de kaart terug?’
‘Ah, dus het is een kaart?’
‘Ja. Nee. Misschien, mag ik het terug?’
Louis glimlacht en overhandigt het perkament. ‘Dag, Harry.’
‘Wacht, je kent mijn naam?’

MyReflection
MyReflection

MyReflection is offline

[1630]
MyReflection zei op 1 sep 2015 - 20:59:
- Wiere waaie dag -
Effie kijkt uit het raam. Ze ziet de bomen wild heen en weer gaan. Gelukkig zit ze binnen. Met kleine nipjes drinkt ze haar thee op. Voor haar zitten Katniss en Peeta. Het is stil. Te stil naar haar zin. Eigenlijk wordt ze er een beetje kriebelig van. Ze snapt wel waarom ze niets zeggen, maar echt gezelliger wordt het er niet van.
‘Ehm,’ schraapt ze haar keel. Katniss reageert er helemaal niet op. Ze blijft stug uit het raam staren. Peeta heft zijn hoofd wel richting haar op. Dan maar met eentje een conversatie voeren.
‘In district twee hebben ze prachtige sierraden. Misschien als we er straks langs komen, kan je er iets moois uitzoeken. Het maakt een statement voor jullie mentorschap op de volgende spelen. Misschien is het een charm waar de aankomende spelers aan vast kunnen houden.’
‘Er zouden helemaal geen volgende spelers moeten zijn.’ Katniss kijkt voor het eerst Effie recht aan. Ze schrikt een beetje terug van haar blik. Ze is trots op haar victor, maar soms is ze een beetje beangstigend. Peeta haalt zijn schouders op. Effie weet dat hij vindt dat Katniss gelijk heeft, maar daar kan zij ook niets aan veranderen. Ze zullen het moeten doen met wat ze hebben. Je kunt met geen enkele mogelijkheid onder de spelen uitkomen. En de tour om te vieren dat je gewonnen hebt hoort er nu eenmaal bij. Dus kunnen ze er maar beter van genieten.
‘Ik heb het in ieder geval ingepland in het tijdschema, dus dan kun je er heen gaan.’ Peeta knikt beleefd, terwijl Katniss weer in haar eigen schulp is gekropen.

Vlak voordat de trein stopt staat Effie met het hele team voor de deur.
‘Oké. We hebben van tien tot elf een ontmoeting met de burgemeester. Van elf tot een is er een lunch geregeld. Van een tot drie kunnen jullie naar de winkels. Dan hebben we tot vijf uur om ons klaar te maken voor het diner. Dat duurt tot zeven uur en dan gaan we terug naar de trein die om half acht vertrekt.’ Ze controleert het blaadje nogmaals of ze niets is vergeten, terwijl de andere knikken. Wat zou ze toch zonder haar schema moeten. Ze voelt ze helemaal rustig. Zolang ze het schema heeft, kan er niets mis gaan.
De deuren gaan open en het eerste wat ze voelt is een harde windvlaag. Ze grijpt even naar haar haar om te controleren of het nog goed zit. Dan stapt ze naar buiten. Aan beide kanten lopen beveiligers om te zorgen dat ze veilig naar binnen kunnen. Effie voelt hoe ze naar achter wordt gewaaid. Ze voelt een hand van Peeta die haar vasthoud.
‘Dank je,’ weet ze net boven het geluid uit te produceren. Dan komt er een windvlaag die ze niet had kunnen voorspellen. Hij trekt aan haar. Ze voelt hoe ze tegen Peeta aan wordt gedrukt. Ze ziet de wind haar schema uit haar hand trekken en meenemen.
‘Oh nee, mijn schema,’ roept ze.

- 500 woorden -

MoonRocker
MoonRocker is offline

[11046]
MoonRocker zei op 1 sep 2015 - 21:30:
Accio

‘Hermelien!’ riep Harry, terwijl hij wanhopig met zijn perkament wapperde. ‘Alsjeblieft, help me nou!’
De heks hield haar pas in, draaide zich om op haar hakken en stak belerend haar wijsvinger uit.
‘Ik dacht het niet, Harry,’ snauwde ze. ‘Ik heb jou en Ron al honderd keer gezegd dat dit vandaag af moest, maar jullie waren veel te druk met uitstellen! Bovendien zijn we al te laat!’
Een briesje trok door de hal en Hermelien rilde. Harry grijnsde kort.
‘Best,’ besloot hij en haalde vlug zijn toverstok tevoorschijn.
De heks trok haar wenkbrauw op en zwaaide weer met haar wijsvinger.
‘Wat doe–’
Accio Hermelien Griffels toverdrankenhuiswerk,’ sprak Harry.
Uit de stapel boeken en papier in Hermeliens handen zoefde een lang stuk perkament naar Harry toe. Toen het bijna bij hem was, verbrak hij de spreuk en stak zijn hand uit om het perkament te vangen. De hallen van Zweinstein hadden echter andere plannen, want een hardere bries speelde even met Hermeliens huiswerk, om het vervolgens naar een van de donkere gangen te ontvoeren.
‘Harry!’ gilde Hermelien, terwijl ze nijdig op hem af beende.
Ze sloeg hem zo hard ze kon op zijn arm en vouwde haar armen over elkaar. Harry keek haar schaapachtig aan.
‘Het spijt me,’ mompelde hij, ‘ik wou alleen maar–’
‘Je wou alleen maar wat? Afkijken?’ schreeuwde de heks. ‘Je wordt bedankt! En net mijn toverdrankenhuiswerk! Er is maar één leraar die zelfs mij geen uitstel geeft en dat is Sneep!’
In een poging zijn vriendin te kalmeren gebaarde Harry naar zijn toverstok en probeerde de sommeerspreuk opnieuw. Na een paar minuten wachten was het perkament er echter nog steeds niet en zó ver kon het ook weer niet zijn.
‘Je mag mijn huiswerk wel inleveren,’ probeerde Harry.
Hermelien snoof en griste de rol uit zijn handen. Ze draaide zich boos om, zodat haar haren agressief over haar schouders zwiepten, en beende de hal door naar Toverdranken. Harry holde haar achterna.

Met een zuur gezicht wees Sneep naar hun stoelen. Zodra ze zaten beende hij naar Harry’s rij. In zijn volledig zwarte gewaad, met zijn zwarte haar en extreem bleke huid deed hij denken aan een geest, waardoor Harry zijn kaken op elkaar moest klemmen om niet overduidelijk te rillen.
‘Te laat,’ sneerde hij, ‘en waar is uw huiswerk, Potter?’
Het Griffoendordeel van de klas kromp in elkaar toen Sneep zich over Harry en Rons tafeltje boog. Harry knipperde met zijn ogen en Ron hing zover naar achteren dat hij nog net niet van zijn stoel viel.
‘We- weggewaaid in een van de hallen,’ stamelde hij en slikte.
De ziedende professor sloeg met zijn vlakke hand op het tafeltje. Hij spuwde nog net geen vuur toen hij zijn gezicht zo dicht bij dat van Harry bracht, dat die de haren op zijn haakneus kon tellen.
‘Ongelooflijk,’ siste hij. ‘Van mevrouw Griffel zou ik zo’n smoes nog wel geloven, maar van u, Potter? U heeft geluk dat ik u überhaupt nog mijn lessen bij laat wonen.’

[500 woorden]
oké, technisch gezien is het niet hard aan het waaien, maar het waait even hard genoeg om Hermeliens huiswerk te stelen?

Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 1 sep 2015 - 21:39:
Ik heb op m'n mobiel 500 geschreven, maar ik wacht even met online zetten want ik kan 'm niet goed nakijken zo. Mocht ik niet voor twaalven thuis zijn, Kayley is m'n witness. x)

mistyflower
mistyflower

mistyflower is offline

[118]
mistyflower zei op 1 sep 2015 - 22:02:
Woesch, Weg

Het is een stromachtige dag en het waait zo verschrikkelijk hard. Theo, de boekhouder komt Dave tegen bij de bushalte. ‘Poe, poe, wat een weertje, niet waar, beste heer.’
‘Zeker, man. Mijn mobieltje is zelfs zojuist weggewaaid. Geloof je toch niet, man.’
‘Uw mobieltje?’ Stottert Theo verrast.
‘Ja, man. Zo…woesch….ervandoor.’ Dave maakt een overdreven handgebaar.
‘Maar, eh, zo hard waait het toch niet?’
‘jawel, moeder natuur laat niet met zich sollen… is de straling, man. Dat maakt moeder woedend. Weet je wel.’
‘Meneer, nu houdt u mij voor de gek. De natuur besluit toch niet zomaar, om uw mobieltje weg te laten waaien. Dat is toch van der zotten.’
‘Jawel man, ik had mijn mobiel zo, in mijn hand.’ Dave strekt zijn hand naar voren alsof er een mobiel in zit. ‘ Ziet je, en toen kwam die wind, woesch’ Dave blaast Theo in zijn gezicht. ‘En weg mobiel. Als dat woesch en weg.’
Theo begon zich nu toch wel een beetje te irriteren.
‘Meneer, houdt toch op met die onzinnigheden. Er staat een stevig briesje, dat geef ik toe. Maar ik heb nog nooit zo een onzin gehoord als een mobieltje dat wegwaait.”
‘O, maar dat is nog niet eens het gekste. Mijn nieuwe auto is ook weggewaaid.’
Theo dacht dat hij niet goed hoorde. ‘Wat?’
‘Jaaahaa, zo woesch, weg. Gelukkig had ik mijn plankie er afgehaald.’
‘plankie?’
‘Surfplankie, man. Tja dat was niet chill van de moedernatuurtje, maar je kan er niets aan doen.’
Nu begon Theo toch echt een beetje boos te worden. ‘Luister eens jongeman, er zijn hier geen rukwinden of orkanen die sterk genoeg zijn om auto’s weg te blazen. En ook geen mobieltjes. Ik ben die grappen echt spuugzat. Als u nu alstublieft een beetje normaal zou willen doen. U bezorgt mij nog een slechte naam.’ Want dat was de echte reden waarom Theo boos werd. De gedachte dat mensen zouden denken dat hij net zo gek was als de surfer, bezorgde hem al hoofdpijn. En hij had een hekel aan hoofdpijn. Dave echter merkte niet dat Theo boos was, hij dacht dat Theo het gewoon niet goed begreep en bedacht dat het beste was als hij het even uitlegde.
‘Jawel beste man, dan kan. Als de wind genoeg kracht heeft, heel veel kracht doordat moedertje natuur het hard laat waaien, dan kan die wind zo hard waaien dat hij zelfs je stekkie kan wegwaaien, als je begrijpt wat ik bedoel. Zo, woesch, weg.’ Dave schudde zijn lange natte haren even uit zijn gezicht.

Theo keek nerveus op zijn horloge om te kijken waar die bus toch bleef. Hij wou niet veel langer met deze vreemde eend zitten opgescheept. Dave had niets door en keek omhoog. Misschien om de lucht te inspecteren op nog meer rukwinden. Nogmaals voor de tiende keer keek Theo naar de hoek van de straat. Daar was de bus. ‘Eindelijk’ mompelde Theo, maar hij had te vroeg gejuicht, ‘woesch’ en de bus was weg. Zo voor Theo’s ogen. Woesch, weg.

(500 woorden)

xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 1 sep 2015 - 22:09:
Weer precies 500! :'D

Georgs lievelingsseizoen was de herfst. Vooral gezien door de lens van zijn teerbeminde polaroidcamera – hij had op die manier alleen maar méér oog voor de heldere kleuren van de bladeren, het laatste beetje groen tussen rood en bruin en geel, de grijsblauwe lucht en de reflectie van de regenwolken in het water. Als hij het gekund had, had hij ook de geur van koude lucht en het ruisen van de wind in de boomtoppen op de foto gezet.
Die wind wakkerde behoorlijk aan terwijl Georg langs het Grote Meer slenterde. Bladeren dansten voor hem op het pad en zijn haren waaiden omhoog rond zijn gezicht. Af en toe bleef hij staan om zijn kapsel te fatsoeneren of een foto te knippen; de binnenzak van zijn mantel puilde algauw uit van de polaroids. Eén van de beste schoot hij bij de witte graftombe aan de oever van het meer – de herfstbladeren contrasteerden fraai met het marmer en het schitterende water erachter.
Tevreden hummend sloeg hij het pad naar Hagrids huisje in, dat hem vlak langs het Verboden Bos leidde. Georg was niet van plan om ook maar een voet onder de donkere bomen te zetten, maar hij wilde per se een foto van het gezwiep van de takken. Dat was waarschijnlijk de enige manier waarop hij de wind, die altijd luidruchtig om de Ravenklauwtoren gierde, goed in beeld kon brengen. Met wat magische hulp kreeg hij zijn polaroids wel in beweging en dan had hij één van de meest karakteristieke elementen van herfst op Zweinstein te pakken.
Op een paar passen van de bosrand bleef Georg staan. Hij veegde zijn haren naar achteren, stopte de schouderlange lokken zo goed en kwaad als het ging weg onder zijn blauw-bronzen sjaal en hief zijn camera op. Na een paar momenten geconcentreerd getuur door de lens drukte hij af. Boven hem schudden de takken heftig in de stevige bries, hier en daar kraakte er één of liet een paar bladeren los. Op de polaroid in Georgs hand werden de omtrekken van het Verboden Bos langzaam zichtbaar.
Het was zonder twijfel de beste foto die Georg die dag genomen had. Hij stopte de camera weg in zijn niet-uitpuilende binnenzak en begon terug naar het kasteel te lopen, zijn blik gefixeerd op zijn polaroid. Een triomfantelijke grijns trok aan zijn mondhoeken. Dit was het, zijn pièce de résistance, herfst in één enkel beeld. Een mengeling van kleuren, een blad midden in zijn val uit de boom – een blad dat, eenmaal magisch bewerkt, door de foto zou dwarrelen – en de bewegende kruinen van het Verboden Bos.
Hij hield de foto een stukje omhoog, alsof hij het beeld vanuit een andere hoek nog beter kon bewonderen, en had daar meteen spijt van. Buiten de beschutting van de bomen tierde de wind alleen maar harder. Het ene moment hield Georg de foto tussen zijn vingers. Het volgende moment danste de polaroid de bladeren achterna door de lucht, richting het Grote Meer.
Misschien was de herfst toch niet Georgs lievelingsseizoen.

Kayley
Kayley

Kayley is offline

[15313]
Kayley zei op 1 sep 2015 - 22:53:
Yep, I witnessed Elise.

xDevilBitch
xDevilBitch

xDevilBitch is offline

[10099]
xDevilBitch zei op 1 sep 2015 - 23:10:
Meh. Maar het zijn weer 500 woorden.

Dansend blad
Korra liep rustig over campus. Haar oordopjes zaten stevig in haar oren, maar toch hoorde ze de harde wind boven de muziek uit suizen.
Haar gedachten vlogen door haar hoofd als de blaadjes die rond haar voeten dansen. Totdat een lang meisje met zwart haar plotseling langs haar stoof. Haar rugzak bonsde op en neer op haar rug. Geen hardloopster dus.
Even verderop kwam het meisje echter hijgend stil. Te oordelen aan haar rood aangelopen gezicht had ze al een heel stuk gerend – of gewoon de conditie van een reuzenpanda, dat kon ook.
“Wat is er aan de hand?” vroeg Korra vriendelijk toen ze het meisje bereikt had.
Tussen haar gehijg door wist het meisje uit te brengen dat de wind haar schetsen had meegenomen. De tranen stonden in haar ogen.
“Hoe lang geleden? Kunnen ze hier nog in de buurt zijn?” vroeg ze meteen.
Het meisje antwoordde dat ze ze net nog over de stoep had zien dwarrelen, maar dat ze haar steeds te snel af waren geweest.
Meteen deed Korra haar rugzak en gaf hem aan het meisje. “Houd vast. Ik ben er zo weer.” Als ze gelijk had, waren ze misschien nog in de buurt. In het beste geval waren ze even verderop vast komen te zitten in de begroeiing, in een minder florissant geval dansten ze nu over de autoweg. Maar dat zou Korra er niet van weerhouden proberen te helpen.
Ze sprintte weg, zichzelf innerlijk dankend voor de geweldige conditie die ze bij de dagelijkse afmattingen van haar voetbaltraining gekweekt had. De wind in haar rug gaf haar het gevoel te vliegen. De oortjes dansten rond haar nek.
Met haar ogen scande ze de omgeving. Het witte papier zou tussen het grijs en groen toch op moeten vallen. Bingo! Het meisje had gelijk gehad: de papieren wervelden nog steeds over de stoep. Nu en dan sterken ze neer, maar bijna meteen werden ze door een nieuwe windvlaag gegrepen en meegesleurd.
Nu haar doel in zicht was, zette Korra zich schrap voor een extra eindsprintje. Daar was het kruispunt al, en als ze dat bereikten kon ze het wel shaken. Zelfs als ze niet op de weg belandden en terug zouden keren als stempels van vuil en bandensporen, zouden ze ongetwijfeld verloren gaan door het water dat daarachter begon.
Haar sprintje was precies genoeg. Toen de papieren het asfalt van de weg net raakten, schoot Korra’s hand naar voren en trok ze weg van de naderende wielen. De wind had ze wat verkreukeld, maar verder waren ze nog in prima staat.
Op haar weg terug bekeek ze de tekeningen. Het waren drie auto’s, elk met een compleet ander design. De eerste leek vooral geschikt voor gezinsvervoer: hij was ruim, met wel zeven zitplaatsen, maar niet zo heel veel bagageruimte. Daarnaast was er nog een cabriolet en een supercompact stadsautootje.
“Voertuigbouwkunde?” gokte Korra toen ze de papieren met een brede glimlach teruggaf aan het meisje.
De tranen rolden nu echt over haar wangen. “Bedankt!” riep ze opgelucht.

500 woorden

Merula
Merula

Merula is offline

[230]
Merula zei op 1 sep 2015 - 23:15:
Tijdens de pauze loopt een vijftienjarige jongen naar buiten met enkel een papiertje en een pen. Het is rustig daar, veel rustiger dan een dag geleden. Dat is ook de reden dat hij daar naartoe gaat. Hij houdt niet van drukte. Dat hij binnen al kon horen dat het hard waaide, zelfs door het geklets, geroep en gelach heen, maakte hem niets uit.
Hij gaat op een plantenbak zitten en zucht. Dan richt hij zich op de bladzijde. Het duurt niet lang voor hij begint te schrijven. Een belangrijk iets, vindt hij zelf. Alle anderen zouden het wel dom en raar vinden, maar dat probeert hij te negeren. Zij weten de reden niet. Zij kennen hem niet.
Het geluid van een stuiterende bal laat hem even stoppen. Even maar, want zonder op te kijken schrijft hij verder. Het duurt ook niet lang voor de twee kantjes vol zijn. Hij staat op om meer papier te halen. Blijkbaar had hij er meer over te schrijven dan hij had kunnen denken.
Hij draait zich net om als er een harde wind tegen zijn gezicht blaast. Hij heft zijn hand iets op. Waarschijnlijk is dat waardoor de pagina wegwaait.
Geschrokken kijkt hij hem na voor hij besluit om er achteraan te rennen. Telkens als hij er bijna is, komt er een nieuwe windvlaag om hem weg te blazen. Zo gaat dat een poosje door. Hij is blij dat er niemand buiten is, anders zou hij voor gek staan.
Natuurlijk is er wel iemand buiten. Zijn korte tocht eindigt bij twee benen. Twee armen komen tevoorschijn, die naar beneden reiken en het blad oprapen. Langzaam kijkt hij omhoog. Hij wil wel vertrouwen hebben, echt, maar hij kan het onheilspellende gevoel gewoon niet van zich afschudden. Hij had dat blad veel liever zelf opgepakt...
Nu staat hij oog in oog met een jongen die hij wel eens eerder heeft gezien, zelfs heeft begroet. Het geeft hem iets meer hoop.
“Hoi!” zegt de jongen lachend. Zijn naam was iets met een K...
“Hoi...”
De jongen wil hem het papier aangeven, hij beweegt het naar hem toe, maar dan pakt een nieuwe hand hem af. “Hé, wat is dit?”
De persoon die wou helpen zucht. “Gaat jou niets aan!”
Een grijns verschijnt op zijn gezicht als hij het blad plagend omhoog houdt. Nu begint de eigenaar van het blad ook te zuchten.
“Het moet wel belangrijk zijn als je er zo achteraan zat te rennen!”
“Valt mee...” mompelt hij. “Gewoon een opdracht.”
“Je bent nieuw toch?”
Op dat moment grijpt de andere jongen het blad terug en geeft het door. Vlug pakt hij het aan en stopt hij het in zijn vest.
“Hé, ik heb het nog niet gelezen!”
“Hij heeft ook niet gezegd dat je het mocht lezen! Kom op, laten we hier weggaan...”
Verbaasd knikt hij. Hij volgt de jongen richting het lege sportveldje. Hier is hij nog nooit geweest.
“Kan je basketballen?” wordt hem gevraagd.
Hij schudt zijn hoofd. “Niet echt.”
“Maakt niet uit.”

500 again! En ik word langzamerhand heel iets meer tevredenener

xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 2 sep 2015 - 0:02:
P R O M P T 3
De eerste sneeuwval van het jaar! Personages A/B/C/etc. hebben daar verschillende meningen over.

Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 2 sep 2015 - 0:12:
[500 woorden precies. en. eh. ja]

Achteraf gezien was het geen goed idee geweest om buiten te gaan werken, maar het had zo verleidelijk geleken. De zon scheen nog, het was niet al te koud buiten en de wind was vrij rustig bezig vandaag.
Een goeie middag om huiswerk in de zon te gaan doen. Dacht ze.
In het begin was het goed gegaan. Ze had zowaar twee vakken af kunnen werken en was goed op dreef. Dat was dus in het begin, en dat ging helaas niet meer op.
Ze had de windvlaag niet aan zien komen. Het ene moment was ze bezig met Geschiedenis van de Toverkunst, en het volgende moment besloot de wind eens vrolijk huis te houden en werden al haar rollen perkament onder haar neus vandaag gesleurd.
“Nee!” Maar het hielp geen steek, haar huiswerk vloog verder en verder en hoe ze ook rende, ze kreeg het niet voor elkaar om haar verzameling bijeen te rapen.
Juist op het moment dat een volgende vlaag haar astronomiehuiswerk het Meer in zou blazen, kwam Hermelien in beeld. Ze dook bovenop het perkament, op hetzelfde moment dat Padma dat ook probeerde te doen. De twee belandden bovenop elkaar, totdat ze niets meer waren dan een hoopje benen en armen en wilde haren.
Padma tilde haar hoofd op, probeerde zich los te warren. Zodra ze op haar knieën zat, streek ze haar haren glad en probeerde Hermelien overeind te helpen.
Hermelien liet zich beschaamd optrekken, klopte haar gewaad af en duwde haar haren uit haar gezicht.
“Ik zag je huiswerk en ik dacht…” Ze maakte haar zin niet af. Padma giechelde. Als er iemand was die zich om huiswerk bekommerde dan was het Hermelien wel, dus ze begreep het volkomen.
“Dankjewel. Ik denk dat je zojuist mijn leven hebt gered.”
Hermelien bloosde. Padma bedacht zich dat ze er best mooi uitzag zo, met haar wilde haren en de blos op haar wangen en haar scheve gewaad. Ze zag er precies uit zoals normaal, maar…
“Lukt het?”
Padma keek verstrooid op. “Hm?”
“Je huiswerk. Of het een beetje wil lukken.”
“Oh.” Padma schraapte haar keel, knikte zo snel als haar hoofd dat toeliet. “Ja. Prima.”
“Waar was je net mee bezig?”
Wist Padma veel. Ze probeerde na te denken, maar het wilde niet echt lukken.
“Uh.”
Hermelien keek haar afwachtend aan.
“Met…”
Het meisje bleef rustig staan, glimlachte voorzichtig.
“Astronomie?” dacht Padma hardop.
“Daar moet ik nog aan beginnen.”
“Wil je… we kunnen het wel samen doen. Als je wilt. Het hoeft niet.” Padma krabde zich achter haar oren, probeerde niet te hard te zuchten.
“Is goed.”
Padma wist niet zeker of ze het meisje goed had gehoord. “Ja?”
Hermelien knikte. “Ja.”
“Oh. Oh! Oké.”
De twee liepen langzaamaan weer naar Padma’s plek. Padma ging zitten, bedacht zich ineens dat ze haar huiswerk niet had. Ze keek zoekend om zich heen.
“Je huiswerk. Hier.” Hermelien stak het perkament naar haar uit.
Padma pakte het aan. Haar hand schoot weg zodra haar vingertoppen die van Hermelien raakten.

xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 2 sep 2015 - 1:31:
548, want twee keer 500 was wel weer genoeg.

‘Het weer kan het bij jou nooit goed doen,’ zei Bill hoofdschuddend en sloeg tegen Toms achterhoofd. ‘Eerst teveel regen en nu teveel sneeuw. Wat is er mis met sneeuw?’
‘Winterstop,’ mompelde Tom somber. Het witte spul knarste onder hun laarzen toen de tweeling het bordes afliep; om hen heen waren een hoop leerlingen in wintermantels bezig sporen te trekken in de sneeuw, ingewikkelde patronen of woorden of simpelweg voetstappen in zoveel mogelijk richtingen. Onderaan het bordes lag een eerstejaars dolgelukkig in een net gemaakte sneeuwengel. Bill wierp zijn broer een brede glimlach toe, maar Tom trok nukkig zijn schouders op.
Aan de oever van het meer vonden ze Gustav en Georg, net als zijzelf dik ingepakt. Bill hupte op en neer en spreidde zijn armen. ‘Is het niet geweldig dat het eindelijk winter is?’
‘Spreek voor jezelf,’ zuchtte Georg. ‘Geen Zwerkbal tot februari en…’
‘Ach, houd je waffel!’ viel Bill hem in de rede. Zijn toon kreeg plotseling een scherp randje en hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Jullie Zwerkballers zijn alleen maar aan het klagen over het weer. In de herfst moesten we jouw gezeur aanhoren over de wind en na de laatste wedstrijd kon Tom z’n snater niet houden over regen en – allemachtig, ze zeggen nog wel dat Zwadderaars van die pessimisten zijn!’
‘Bill heeft gelijk,’ zei Gustav rustig. Dat verbaasde zelfs Bill zo dat zijn mond bleef openstaan. De anderen staarden Gustav zwijgend aan en hij schokschouderde. ‘Wees blij dat we niet in dit weer hoeven te spelen. En als het zo blijft, kunnen we tegen Kerstmis schaatsen op het meer.’
Tom en Georg keken nogal aarzelend, maar Bill greep Gustav bij zijn bovenarm en schudde hem enthousiast door elkaar. ‘Zie je! Gaan jullie maar lekker sip zitten doen over je winterstop, dan kunnen wij ons ondertussen vermaken. Geen huiswerk en wél sneeuw, wat wil je –’
Er spatte een sneeuwbal uiteen op Bills rug. Hij wervelde onmiddellijk om zijn as en zwiepte alvast dreigend zijn toverstok omhoog. Een eindje verderop op het pad stonden vier Griffoendors. Eén van hen had besneeuwde handschoenen; allemaal blikten ze grijnzend in Bills richting en barstten in lachen uit toen ze hem zagen kijken.
Bills gezicht verstrakte. Hij vernauwde zijn ogen tot spleetjes, maar draaide het groepje met opgeheven kin zijn rug toe. ‘Wat zullen we eens doen?’
Een tweede sneeuwbal raakte hem tegen zijn hoofd. De nattigheid droop langs zijn haar en drupte op zijn mantel. Deze keer wendden ook Tom, Georg en Gustav zich om. De blonde Griffoendorjongen zwaaide provocerend met twee besneeuwde handen en het meisje naast hem deed een leeuwenimpressie. Bill maakte een walgend geluid.
‘Dat is Andreas, hij zit bij mij bij Oude Runen. Onbegrijpelijk trouwens, want zelfs een Flubberwurm heeft nog meer herseninhoud.’
Zijn vrienden hoorden de ingehouden woede onder de spot en vormden als bij afspraak een beschermende kring om hem heen. Tom bokste tegen zijn bovenarm, aaide meteen over dezelfde plek en klopte wat sneeuw van Bills mantel. ‘Kom op, we laten onze eerste winterdag toch niet verpesten door een stel Griffoendors.’
Bill snoof om te verbergen dat hij even tegen zijn broer aanleunde. ‘Ze doen hun best maar.’ Hij draaide zich om, hief zijn toverstok op en slingerde een lading sneeuw recht in Andreas’ gezicht. ‘Zó doe je dat.’



1 2 3 4 5 6 7