Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Forum » Stamcafé » [500] Week #4

[500] Week #4

1 2 3 4
Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 14 sep 2015 - 1:12:
Welkom bij de 500 Challenge! Week vier. We zitten bijna op een maand! *\0/*

B E L A N G R I J K
- Post de stukjes die je schrijft (tussen de 450 en 550 woorden) in dit topic. Anders telt het niet.
[- Als je niet online kunt komen maar wel iets geschreven hebt, stuur dan een foto via Whatsapp of zo, in pb kun je om nummers vragen.]
- Heb heel erg veel plezier.

P R O M P T S
- maandag: personage B is A's favoriet. Hoe laat A dat aan B weten?
- dinsdag: verwerk je favoriete kleur (of die van één van de personage's) in het stuk.
- woensdag: personage A probeert B van zijn/haar favoriet te overtuigen.
- donderdag: personage A heeft personage B's favoriete … gestolen/stuk gemaakt/verloren.
- vrijdag: kies één van je favoriete liedjes (of die van één van de personage's) uit. Baseer je stukje op de tekst/clip/gevoel erachter/whatevs.
- zaterdag: wat is je favoriete 500-stuk dat je tot nu toe hebt geschreven? Schrijf een prequel/vervolg.
- zondag: personage A is B's favoriet niet. Hoe gaat A daarmee om?

T U S S E N S T A N D
1. Bo - 9,7
1. Elise - 9,7
3. Kay - 9,6
3. Daan - 9,6
5. Iv - 4,4
6. Roos - 3,3
7. Juul - 2,2
8. Dezh - 2,1
9. Tessa - 1



xDevilBitch
xDevilBitch

xDevilBitch is offline

[10099]
xDevilBitch zei op 18 sep 2015 - 22:58:
Gebaseerd op Strange and Beautiful van Aqualung.

Liefdesbezwering

Nog nooit eerder had de magie hem zo gefrustreerd.
Draco had altijd alles gekregen wat hij wilde. Zijn ouders hadden immers geld, macht, en alles over voor hun dierbaarste bezit. Al vroeg had hij ontdekt dat hij maar een pruillip hoefde te trekken, daar in het ergste geval een beetje bij moest huilen, en dan werd zijn wil onmiddellijk wet.
Zo vreemd was het dan misschien ook niet dat hij zich nu radeloos voelde. Dat hij wilde schreeuwen en huilen en schoppen als een klein kind, Harry bij zijn uniform wilde trekken en precies wilde vertellen wat hij moest doen.
Maar hij wist dat dat alleen maar averechts zou werken.
En toch, hij had nooit beter geleerd.
Eigenlijk had hij het pas heel laat opgemerkt. Natuurlijk, er waren voortekenen geweest. Een glimlach die hij op zijn gezicht vond nadat hij in zijn richting had gekeken, een licht gevoel in zijn buik als hij in de buurt was, zijn eten dat spontaan in onverteerbaar steen leek te veranderen wanneer hij langsliep. Maar hij had gedacht dat het woede was. Jaloezie, misschien wel. Had hij Harry immers niet al vanaf hun eerste schooldag gehaten? Hoe kon hij dan in vredesnaam verliefd op hem worden?
Er was alleen één probleempje: iedereen, inclusief Harry, dacht dat hij De Jongen Die Bleef Leven haatte.
Hij had geprobeerd het te negeren. Werkte niet. Toen waren er dingen veranderd. Harry was uit het labyrint gekomen met een dode Cedric, kakelend over de terugkeer van de Heer van het Duister. Natuurlijk had niemand hem geloofd.
Draco had er niet omheen gekund.
Alles was meteen veranderd thuis. Zijn ouders verdwenen in duistere mantels en onder zilveren maskers. Het duurde niet lang voor ze ook hem meenamen. Strijden voor het grotere doel, wat was er nou eervoller dan dat? Draco was het er roerend mee eens geweest, tot hij de strijd had gezien en het gal in zijn keel omhoog geborreld was. Het was foute boel.
Vanaf dat moment was Draco’s onwennige interesse veranderd in een ongezonde obsessie. Hij probeerde nog harder dan voorgaande jaren Harry dwars te zitten om de schone schijn maar op te houden, maar ‘s nachts snikte hij achter stiltebezweringen. Te bang om te gaan slapen. Te schuldig om rust te kunnen vinden.
Zoals hij vroeger alles van zijn ouders had gekregen, zo had hij nu geleerd dat met magie te verkrijgen. Zijn bloed was puur en zijn magie dus sterk genoeg. Tot nu toe. Maar hoe hard hij ook zocht als zijn vrienden niet keken, een liefdesbezwering (of desnoods vloek) kon hij niet vinden. Liefdesdranken waren er wel, maar dat wilde hij niet. Het duurde te lang, het was te opvallend. En wat als het mis zou gaan?
Alles wat hij wilde was een kans. Dat Harry om zou kijken en hem eindelijk zou zien staan. De echte hem, en niet het stoere ventje dat hij pretendeerde te zijn. Zijn zwakte, zijn pijn.
Hij moest alleen de spreuk vinden die zijn ogen zou kunnen openen.

500 woorden

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 18 sep 2015 - 23:57:
Ik heb Roxanne Wemel gekust.
Dat is alles wat ik me herinner wanneer ik rond zes uur ’s morgens half mijn bewustzijn hervind. Het is zo’n staat waarin ik alleen verkeer na een avond gevuld met overvloedige alcohol; zo’n staat waarin ik alle geluiden van gisteren nog in mijn hoofd hoor weergalmen, alle smaken nog proef op mijn tong achter een schild van ochtendadem, de scherpe geuren van drank en rook mijn neus irriteert, al mijn zenuwen op scherp staan van de overvloed aan tintelingen die mijn huid heeft gekend. En dat alles zonder dat het echt tot me doordringt.
Ik heb Roxanne Wemel gekust. Ik proef haar nog; een mengeling van boterbier en van Benno gesloten wijn. Restjes van de jolige onschuld waarmee de avond begon, overschaduwd door de onverwachte passie die er later ontwikkelde.
Haar lippen waren warmer dan het magische vuur dat ons warm hield, warmer dan de zwoele Indiase avondlucht; een warmte die mijn lippen met de hare deed versmelten en me mijn omgeving bijna helemaal vergeten.
Ik registreer nog dat aan Gemma’s mond een enthousiaste woordenstroom ontsnapt, maar mijn hersenen zijn te afgeleid om te beslissen of de termen nog naar mij zijn gericht of niet.
In mijn zee van hoofdpijn en misselijkheid realiseer ik me dat ik het nog steeds niet weet - en dat het niet uitmaakt.
Ik heb Roxanne Wemel gekust.
Mijn hoofdpijn wordt begeleid door een koor van ongewenste vragen. Was ik wel goed genoeg? op de achtergrond. Was het niet te nat, te ruw, te ongeoefend? Vragen die het achtergrondkoortje waren voor de werkelijke dilemma’s: heb ik nu onze vriendschap verpest? Is ze boos, teleurgesteld? Accepteren mijn vrienden wel dat ik een meisje heb gekust? Hebben Teddy en Dominique ons het water in geduwd omdat ze het vies vonden?
Ik vond het niet vies. Daarbij heeft Roxanne me ooit verteld dat ze eerder een meisje heeft gekust en ze heeft er nooit blijk van gegeven daar spijt van te hebben.
Als je over het hoofd ziet dat ik dat meisje niet ben en dat dat meisje niet haar beste vriendin is, is er dus geen probleem.
Die gedachte dwarrelt naar de bodem van mijn bewustzijn terwijl ik weer in een koortsige slaap val.
Ik droom mijn herinnering van gisteren nogmaals, hoewel het nu begint met het water dat plotseling tegen mijn warme huid slaat, genadeloos door mijn dunne kleding heen.
Ik droom haar hand om mijn vingers, haar lach in mijn oor, haar glimlach op mijn netvlies. Ik droom de twinkeling in haar ogen, waar ik een glimp van opvang terwijl ze haar lippen richting mijn oor brengt.
‘Van natte kleding word je verkouden, Zinnia,’ fluistert Roxanne in mijn oor. Ik voel haar glimlach kietelen tegen mijn kippenvel.
(Het water is koud!)
De volgende keer dat ik wakker word, worden alle vragen uit mijn hoofd gejaagd door een glimlachend gesproet gezicht dat boven het mijne hangt, heel even, voor het zijn lippen op de mijne drukt.
Ik kus Roxanne Wemel.

[500]

xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 19 sep 2015 - 0:18:
Te laat, maar gewitnessed.

Er staat een onbewaakte krat in Benno’s tent, net niet goed genoeg weggestopt in een hoek van de bijkeuken. Met een zwiep van haar toverstok en een non-verbaal Locomotor tilt Gemma het ding van zijn plek. Ze slentert door de achteruitgang, langs een door fakkels verlicht paadje, richting het kampvuur dat op het kleine strand brandt. Overal om haar heen klinkt feestgedruis – de Canadezen, die al in geen vijfenzeventig jaar een wereldkampioenschap Zwerkbal hebben gewonnen, zetten de bloemetjes flink buiten.
Aan het meer wordt ook gefeest, alhoewel niet door de Canadezen. Als Gemma aankomt, slaat Teddy net zijn armen om Victoire heen en Dominique trekt een vies gezicht achter de rug van haar zus om. De rest van de groep drinkt Boterbier, terwijl de Zalmandertweeling zo luidruchtig mogelijk elke geweldige manoeuvre van het winnende team naspeelt. Net buiten de kring van licht, leunend tegen één van de boomstammen die als bankjes dienstdoen, zit Zinnia schouder aan schouder met Roxanne.
Gemma wuift met haar staf en de krat ploft naast het kampvuur op de grond. Het opstuivende zand en het gerinkel van de flessen trekt iedereens aandacht. Teddy is de eerste die een greep doet naar de inhoud.
‘Wijn!’ roept hij verbaasd en leest het etiket voor: ‘Ganesha’s zoete pruimenwijn.’
‘Uit de tent van mijn broer,’ glundert Gemma. Na nog een zwaai van haar toverstaf schieten de kurken uit de flessen en Victoire verzamelt lege Boterbierglazen, zodat ze die vol kunnen schenken. De tweeling grijpt naar hetzelfde glas en Gemma behekst er alvast drie; twee ervan zweven netjes over het strand en blijven voor Zinnia en Roxanne hangen.
‘Op Canada!’ roept Gemma. De twee jongere meisjes toasten ook en nemen direct een flinke slok. De wijn is sterker dan Boterbier, maar het is niet de eerste keer dat ze met elkaar een feestje bouwen.
Gemma zakt met haar eigen glas op de boomstam achter de meisjes. Ze ziet zelf niet zo helder meer, maar ze ziet genoeg – de blosjes op Zinnia’s anders zo bleke wangen, de manier waarop ze haar lichtblonde haren naar achteren strijkt als ze blikken opzij werpt naar Roxanne. Normaal gesproken is Zinnia de stilste van hun groepje, nu staat haar mond opeens niet meer stil. Ze probeert iets uit te leggen, iets over die Jager van Canada, wat eigenlijk Roxannes expertise is, maar blijkbaar draait alcohol hun rollen om. Roxanne staart Zinnia slechts aan en luistert.
Bevangen door de wijn buigt Gemma zich een stukje voorover en fluistert in Zinnia’s oor: ‘Zie je haar kijken? Dit is je moment, Zinny. Kus haar dan.
Of Roxanne het hoort, kan haar niet zoveel schelen. Ze zijn allemaal dronken en hun favoriete team heeft gewonnen, wat kan er nog misgaan vanavond? Gemma, die vindt dat ze haar rol wel gespeeld heeft, draait de twee meisjes in het kader van privacy haar rug toe. Achter haar blijft het opeens opvallend, veelbetekenend stil. Tevreden glimlachend zet Gemma haar glas aan haar mond en drinkt de resterende wijn in drie grote slokken op.

Kayley
Kayley

Kayley is offline

[15313]
Kayley zei op 19 sep 2015 - 0:24:

[x]—Wereldkampioen—[x]


Van sommige dagen weet je meteen dat je ze nooit meer zal vergeten. Zittend aan het meertje waaraan ze de afgelopen twee weken gekampeerd hebben, met familie en vrienden aan haar zijde en een beker wijn die haar warmer maakt dan het kampvuur van magische vlammetjes waar ze zich rond geschaard hebben, weet Roxanne Wemel dat dit haar altijd bij zal blijven.
Canada die na vijfenzeventig jaar weer een wereldtitel te pakken heeft, is onvergetelijk genoeg. Het vieren van die overwinning is echter nog fijner, de perfecte afsluiter van een fenomenale vakantie.
Links van haar klinkt Teddy zoals gewoonlijk het luidst op, boven de stemmen van de anderen uit. Hij lijkt indruk te willen maken op Victoire, tot het grote afgrijzen van Dominique, die er vlak naast zit en mee mag ‘genieten’.
Rechts van haar is haar beste vriendin ongewoon spraakzaam.
Zinnia Malfidus blijkt weer maar eens een spraakwaterval door de aanzienbare hoeveelheid van Benno Zabini's gestolen fles Ghanesha's zoete pruimenwijn die ze gedronken heeft.
Dus op haar beurt is Roxanne veel stiller dan ze van haar gewoon zijn. Zinnia zo zien, vrij en los en onbezorgd, is wonderschoon. Het dwingt haar mond en gedachten tot stilzwijgen beter dan wat dan ook.
Soms brengt het leven je momenten waarop je niets meer moet doen dan stil zijn en genieten; ze probeert alles in zich op te nemen. De drukkende, Indiase avondwarmte, de geuren die van de natuur om hen heen oprijst, het indrukwekkende stadion dat lange schaduwen over hen heen werpt.
Maar ook dat Zinnia er adembenemend uitziet. Haar ogen twinkelen en haar lichtblonde krullen dansen om haar hoofd terwijl ze praat over Edwards, één van de Jagers van Canada, en het kan Roxanne geen Slurk schelen dat ze er helemaal naast zit want alles dat ze kan denken is wow, wat is ze knap.
Ze registreert het nauwelijks wanneer Gemma Zabini zich moeit, ze hoort de "kus haar dan" wel maar begrijpt plots geen Engels meer; maar dat Zinny zich plots tegen haar aandrukt... Daar is ze zich hyperbewust van.
Dit wil ze al zo lang dat ze het nauwelijks kan bevatten dat het ook echt gebeurt tot het voorbij is.
Want ze vliegen. Weg van elkaar. Teddy lacht in haar oor en - nee! Ze schopt wild om zich heen, overweegt zijn armen te breken om uit zijn grip te komen, om verder te gaan met zoenen.
Haar wereld is vegen van kleuren en dan eindeloos, donker water.
Heel de groep kijkt naar hen.
Roxanne steekt haar middelvinger op naar Teddy en Dominique voor zich naar Zinnia te draaien. Haar armen wikkelen zich stevig en hebberig om haar heen. Ze probeert iets slim en oprechts te zeggen, maar naar gewoonte van serieuze dingen weglachen wordt het een grapje: "Van natte kleding word je verkouden, Zinny."
Ze lacht, dobbert vrolijk met het andere meisje verder en weet dat ze haar dronkenheid niet de kracht zal geven dit uit haar geheugen te wissen.
Die belofte bezegelt ze met een kus.

[x]—500 woorden—[x]

Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 19 sep 2015 - 0:24:
P R O M P T 6
Wat is je favoriete 500-stuk dat je tot nu toe hebt geschreven? Schrijf een prequel/vervolg.

Kayley
Kayley

Kayley is offline

[15313]
Kayley zei op 19 sep 2015 - 0:24:
Bo, Dezh en ik hebben trouwens alledrie Kiss The Girl van The Little Mermaid gebruikt. En onze stukjes horen samen, in deze volgorde: Dezh - ik - Bo. (:

Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 19 sep 2015 - 19:22:
[500. vervolg op in the summertime]

Loena zag Daan nog steeds in haar dromen. Ze zag hem nu bijna iedere nacht rond het kampvuur. Iedere keer stootte hij haar aan en staarde ze in zijn warme, bruine ogen, voordat hij haar vroeg of ze wilde dansen.
Soms vroeg hij het haar niet eens. Dan trok hij haar gewoon van de boomstam af en zwierde ze achter hem aan.
Ze dansten nu niet meer apart. Als ze van hem droomde, dan dansten ze altijd samen. Nu ze eenmaal wist hoe dat echt voelde, kon ze het gevoel in haar dromen gebruiken.
Ze had niet meer met hem gedanst sinds die ene avond. Er waren zat avondjes geweest met haar vrienden, maar er werd of niet gedanst, of Daan was er niet, of hij stond met iemand anders te dansen. Dat, of ze wist niet hoe ze hem moest vragen of hij wilde dansen, met als gevolg dat ze de rest van de avond nerveus op haar stoel zat te wiebelen en hij haar wéér bezorgde blikken stuurde.
Vandaag was anders. Haar vrienden kwamen naar haar huis nu (of: haar vaders huis, want die was op reis voor onderzoek, dus was ze tijdelijk aan het huiszitten), wat betekende dat ze ervoor kon zorgen dat er muziek was en dat ze mensen kon dwingen om te dansen.
Uiteindelijk hoefde ze niemand te dwingen. Hermelien en Ginny stonden binnen een paar minuten in de woonkamer te dansen op een mix die Loena had gekozen. Al gauw stond ze er zelf ook bij, te heupwiegen op de maat van de muziek. (Wat overigens niet genoeg was voor Ginny. Die pakte Loena's beide handen vast en zorgde ervoor dat ze meer deed dan alleen maar heupwiegen.)
Toen ze zich eenmaal lostrok van de twee om wat drinken te halen was ze Daan helemaal vergeten. Ze had hem niet zien aankomen, wist niet eens of hij er al was.
Natuurlijk was hij er al. En natuurlijk stond hij in de keuken, met Simon en Harry te kletsen. Loena bleef onzeker in de deuropening staan tot Simon haar spotte. Zowel Harry als Simon verlieten de keuken. Daan bleef achter en glimlachte haar toe. “Hé.”
“Hoi.” Loena glimlachte ook. “Ik had je niet zien aankomen. Ben je er al lang?”
Hij haalde zijn schouders op. “Ben net aangekomen.”
Ze knikte, bleef verder stil. Ze stapte naar de koelkast (en dichter naar hem toe).
“Heb je gedanst?” vroeg hij.
Ze knikte. “Hoezo?”
“Je hebt rooie wangen.” Hij stond nu dichtbij genoeg dat hij een vinger over haar wangen kon strijken.
De blos was niet van het dansen, maar dat hield ze voor zich. “Oh.”
Hij glimlachte nog eens, liet zijn hand zakken.
Om haar rode hoofd te verbergen keerde ze hem de rug toe en trok de koelkast open. Hij deed nog een stap dichterbij. Ze hoefde maar iets naar achteren te leunen en ze stond tegen hem aan. Loena werd zo nodig nog roder.
“Wil je dansen?” vroeg ze.
“Graag.”

1Dzayn
1Dzayn

1Dzayn is offline

[5362]
1Dzayn zei op 19 sep 2015 - 19:49:
500 woorden. Sequel to Groene Huisdraak

Het is twee voor een ’s nachts als er op zijn deur wordt geklopt. Hij fronst, knippert zijn ogen open en wrijft erin. Er klinkt weer geklop en Charlie slaat de dekens van zijn lichaam. De kou neemt meteen bezit van hem en hij slaat de dekens weer terug, rilt. ‘Shit, het is echt koud.’
Hij staat op, slaat de dekens om en loopt voorzichtig naar beneden. Dan loopt hij richting de deur, waar weer op wordt geklopt.
‘Ja ja,’ mompelt hij. Charlie opent de deur op een kier.
‘Fleur?’ zegt hij dan verbaasd. Hij opent de deur verder, trekt Fleur naar binnen.
‘Wat doe jij nu weer hier?’
Het meisje staart hem even aan, barst dan in huilen uit. Geschrokken leidt Charlie haar naar de woonkamer. Hij drukt haar zachtjes op de bank en gaat dan naast haar zitten.
‘Fleur, wat is er aan de hand?’ vraagt hij zacht. Het meisje antwoordt niet, slaat haar handen voor haar gezicht.

‘Fleur?’ vraagt hij dan weer. Hij twijfelt even, slaat dan een arm om haar schouder.
‘Het is Bill,’ antwoordt ze dan. Ze veegt onder haar ogen, snikt zachtjes.
‘Wat is er gebeurd?’ Charlie verschuift de dekens iets, slaat een deel rond Fleur haar schouders.
‘We hadden ruzie en hij hij-’
Charlie wrijft over haar rug, laat haar even op adem komen.
‘Hij sloeg me,’ zegt ze dan. Ze haalt trillerig adem en wrijft weer onder haar ogen.
Charlie houdt geschrokken zijn adem in, dan: ‘Wat?’
Fleur knikt en Charlie staat op. ‘Ik ga wel met hem praten morgen. Kom, ik breng je naar bed.’

Hij helpt haar overeind en leidt haar naar de trap.
‘Zijn de kinderen nog bij hem?’ vraagt hij terwijl ze de hal doorkruisen.
Fleur knikt. ‘Victoire en Dominique sliepen al toen het gebeurde. Ik ben meteen weg gegaan.’
Charlie loopt de trap op, hoort hoe Fleur hem achter na komt. Hij opent de deur naar zijn eigen slaapkamer.
‘Hier, ik ga wel op de bank slapen.’ Hij haalt de dekens van zijn schouders en hangt ze volledig over die van Fleur.
‘Nee, dat kan je niet maken.’ Ze probeert de dekens terug te geven, maar Charlie weigert.
‘Nee, nee. Je bent drie maanden zwanger, ik kan je niet op de bank laten slapen.’
Ze glimlacht en trekt de dekens dichter om zich heen. ‘Dank je wel, Charlie.’
‘Geen probleem, Fleur. Slaap lekker.’
Ze glimlacht weer, geeft snel een kus op zijn wang en sluit dan de deur. Charlie glimlacht, legt even een hand op zijn wang. Hij loopt weer naar beneden, trekt de dekens onder de bank vandaan en maakt het zich gemakkelijk.

Hij ligt nog een tijdje wakker, staart naar het plafond. Als hij zich heel goed concentreert kan hij het bed soms horen kraken als de vrouw erop zich omdraait. Hij is blij dat Fleur nog in zijn leven is. Het is dan misschien niet op de manier die hij wilt, maar ze is er tenminste. Dat is meer dan genoeg voor de Wemel.

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 19 sep 2015 - 20:59:
Ik vind deze moeilijk

Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 19 sep 2015 - 21:01:
Omdat je niet weet welke je moet kiezen?

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 19 sep 2015 - 21:44:
Soms wil ik –
Meestal niet. Diep van binnen houd ik van hen allebei, weet ik dat ik niet zonder ze kan en nog dieper van binnen weet ik ook dat zij niet zonder mij kunnen. Maar soms –
Alles was makkelijker toen we nog met zijn drieën waren. Toen we met elkaar bergtrollen, reuzenspinnen, basilisken en weerwolven bevochten. Ik mis de tijden waarin Hermelien haar huiswerk af had en ik het mijne, ondanks haar aandringen, niet gemaakt had; de zekerheid dat ze me zou helpen, tegen betaling in de vorm van tolerantie tegenover een aantal beschuldigende blikken en verwijtende woorden.
Ik mis de tijden waarin ik Harry’s slaapkamer binnen kon lopen in de weet dat hij aandacht voor me zou hebben, als ik daarom vroeg. Als hij in gesprek was met Daan, Marcel of Simon, zou hij dat direct afkappen en opspringen om er voor me te zijn.
Nou ja, zo theatraal ook weer niet, maar toen was ik nog –
Soms wil ik –
Soms wens ik dat ik andere vrienden gekozen had.
Dat is het oppervlakkige deel van mij; het deel dat zichzelf voorspiegelt dat het aan hen ligt en niet aan mij. Ik ben wel leuk, ik heb gewoon niet zo veel zin om te settelen. Dat Hermelien en Harry nou in het bed moeten springen van de eerste de beste die zich aanbiedt. Ik heb meer waardigheid dan zij.
Soms wil ik –
Soms vraag ik me af waarom Hermelien uit alle meisjes uitgerekend Ginny heeft moeten kiezen. Alsof het niet vervelend genoeg is dat ze mijn hoop de grond in heeft geboord. Was het echt nodig die hoop de grond in te boren met mijn zus? Als ik een meisje was geweest, zou ik dan nu naast haar hebben gezeten, lachend boven een boterbiertje, de belofte aan vanavond me ervan weerhoudend mijn lippen op de hare te drukken?
Soms wil ik dat ik Ginny’s zwerkbalcarrière heb. Zij heeft het meisje, oké. Moet ze dan ook nog de rest krijgen?
Soms wil ik dat Harry verliefd op míj is, niet op Draco. Niet dat ik zelf op mannen val, niet dat ik ooit meer in hem gezien heb dan een beste vriend; meer dat ik gewoon wil dat íémand van me houdt. Omdat ik niet de enige wil zijn die de stomme fout maakt om verliefd te worden op zijn beste vriendin.
Ik mis vroeger. Niet soms – altijd. Ik wil dat we weer met zijn drieën zijn om met zijn drieën te blijven. Geen verliefde oogjes naar mijn zusje of naar de Zwadderaar aan wie we aanvankelijk allemaal een hekel leken te hebben.
De wereld stak zoveel eenvoudiger in elkaar toen we met zijn drieën vlogen op de rug van terzielers en draken.
Toen ik op de bodem van het meer lag in plaats van Draco Malfidus.
Soms wil ik dat we met zijn drieën in de Drie Bezemstelen zitten om de reüniewedstrijd te bespreken, zonder aanhang die mij het derde wiel aan de wagen doet voelen.
Soms wil ik –

xNadezhda
xNadezhda is offline

[7882]
xNadezhda zei op 19 sep 2015 - 23:08:
Precies 500. Voortbordurend op Leven.

Het gesprek met Aang heeft zijn onrust voor een groot deel weggenomen; Zuko laat de jongen achter op het balkon en keert terug naar zijn slaapkamer, dezelfde kamer die hij tijdens familievakanties altijd bewoonde, zoveel jaren geleden. De meeste meubelstukken staan er nog, waaronder het hemelbed met de vuurrode gordijnen. Hij strijkt even over het verweerde fluweel. De herinneringen die opstuiven als stof zijn bitter, aangetast door alles wat hij nu weet en voelt.
Hoofdschuddend wendt Zuko zich af en trekt zijn tuniek over zijn hoofd. Als hij zich omdraait, staat Katara in de deuropening. Ze leunt tegen de deurstijl, peinzend, haar blik op oneindig, en even denkt Zuko dat ze hem niet eens gezien heeft. Dan kijkt ze hem met haar saffierblauwe ogen aan. Plotseling opgelaten houdt hij zijn tuniek voor zijn borst, alsof ze hem niet al een dozijn keer met ontbloot bovenlijf heeft zien trainen. Daarbij waren ze echter nooit alleen.
‘Was je bij Aang?’ vraagt ze. Zuko knikt en ze slaat haar ogen neer. ‘Hoe is het met hem?’
‘Hij denkt nog steeds na,’ antwoordt Zuko voorzichtig. ‘Hij vindt het vast niet erg als je naar hem toegaat.’
Katara schudt haar hoofd en reikt naar haar dikke, donkerbruine haar, kamt er met haar vingers doorheen zoals ze altijd doet wanneer ze zich geen houding weet te geven. ‘Ik weet niet wat ik tegen hem moet zeggen. Hij had gelijk toen hij zei dat geweld nooit het antwoord is… In elk geval voor mij. Hoe kan ik nu, in zijn geval, iets anders vinden?’
‘Dat weet ik niet,’ zegt Zuko zacht. Hij weet ook niet waarom Katara hier is, uitgerekend hém dit vertelt, terwijl de vrede tussen hen nog niet zo lang bestaat. Haar aanwezigheid stookt de onrust in zijn binnenste weer op. Het gevoel doet hem aan Mai denken, maar het is sterker, gevoed door iets anders dan de vertrouwdheid die hij met Mai en hun gezamenlijke jeugdherinneringen verbindt. Gevoed door een verlangen naar zulke vertrouwdheid, misschien.
Katara stapt over de drempel en laat zich op de rand van het hemelbed zakken. Automatisch deinst Zuko een stukje achteruit, alsof ze zich aan het gloeien van zijn wangen zou kunnen branden. Hij houdt nog steeds zijn tuniek vast, krult zijn vingers steunzoekend in de rode wol.
‘Ik weet niet wat we moeten doen.’ Katara slaakt een zucht en plotseling ziet hij haar als kwetsbaar, als onzeker, zonder het vastberaden masker dat ze draagt als de hele groep verzameld is. Ze is de drijvende kracht achter Team Avatar, houdt hen beter bij elkaar dan Aang of Toph of Sokka of het naderende onheil van de komeet, maar ze is ook bang. Dat zijn ze allemaal.
‘We moeten op Aang vertrouwen,’ mompelt Zuko. Onwillekeurig zet hij toch weer een stap dichterbij. ‘We hebben hem zo goed mogelijk voorbereid. Meer kunnen we niet doen.’
Ze kijkt hem even onderzoekend aan – dan zegt ze iets dat alle lucht uit zijn longen steelt. ‘Ik ben blij dat je bij ons hoort, Zuko.’

Kayley
Kayley

Kayley is offline

[15313]
Kayley zei op 19 sep 2015 - 23:11:
By popular demand, een vervolg op De weg naar....


[x]—De handen van...—[x]


Het was onmogelijk om niet aan Sirius te denken elke keer hij bij Regulus was en andersom; Remus wist dat het niet eerlijk was, wist dat het hem evenveel pijn deed als het de Zwartsen zou doen als ze er ooit achter kwamen. Maar het was onmogelijk dat niet te doen.
Regulus’ lach was als de opgeschoonde, minder zelfverzekerde versie van die van diens oudere broer.
Het twinkelen van Sirius’ ogen deed hem denken aan de vele ochtenden waarop hij wakker was geworden naast diens jongere broer, samen opgekruld onder groene lakens.
Het geluk dat hij in die vroege ochtenden vond in de ogen en lippen van Regulus was de enige reden dat hij het over zijn hart kon krijgen tegen zijn vrienden te liegen.
Dezelfde vrienden die Animagussen waren geworden om hem te helpen. Dezelfde vrienden die steeds ‘per ongeluk’ geld vonden en het hem dan toestopten, omdat ze wisten dat hij het nodig had, alsof hij niet wist dat er helemaal níets per ongeluk aan was. Dezelfde vrienden die hem hetzelfde behandeld hadden rond zijn eerste vriendje als ze hadden gedaan met de eerste vriendinnetjes van de anderen: onschuldige plagerijen.
Hij hield van zijn vrienden.
Maar hij híeld van Regulus. Hield van zijn persoonlijkheid, van alle goede dingen die hij met Sirius deelde en alle dingen waarin hij béter was dan zijn broer. Hij was misschien een Zwadderaar, maar in Regulus’ hart brandde een vurig verlangen, een trotsheid, een dapperheid.
Remus was de ondappere van de twee door het angstvallig geheim te willen houden.
Dat hun eerste stapje uit de kast hen uiteindelijk de das om zou doen, had geen van beiden zien aankomen. Regulus probeerde hem al weken ervan te overtuigen dat het oké zou zijn, dat Sirius nooit kwaad op hem zou blíjven. Eindelijk had hij Remus zo ver gekregen samen door de gangen te wandelen, hand in hand en schouder tegen schouder zoals ze zo vaak in het Krijsende Krot hadden gezeten, tussen de volle maans door, toen de andere marauders er niet zouden zijn.
Dat hadden ze gedaan.
Sirius had het nog geen tien minuten later geweten; was de bibliotheek in gestormd, had hen met grote ogen aangestaard – ogen die traanden, een onderlip die trilde – en zonder iets te zeggen, was hij toen weggelopen.
Als hij had geweten dat toen hij Regulus’ hand losliet dat voor de laatste keer was, als hij had geweten dat instinctief Sirius achterna rennen betekende dat hij onbedoeld een keuze maakte tussen de twee broers…
Remus zou dezelfde beslissing gemaakt hebben, keer op keer. Maar hij wist het niet. Hij holde achter Sirius aan zonder te weten dat dit het einde van zijn relatie betekende. Hij wist niet dat hij Regulus Zwarts nooit meer zou spreken.
Hij vroeg zich de rest van zijn leven af of Regulus zich alsnog bij Voldemort gevoegd zou hebben als alles anders verlopen was… tot hij met Tops zijn doodsfeestje betrad en twee Zwartsen hem op stonden te wachten, met antwoorden en uigestoken handen.

[x]—500 woorden—[x]

xDevilBitch
xDevilBitch

xDevilBitch is offline

[10099]
xDevilBitch zei op 19 sep 2015 - 23:52:
Vervolg van Het vergeelde gras.

Rustdag

Om haar heen was het opvallend stil. Het oppervlak onder haar rug was zacht, donzig bijna. Ze kneep haar ogen stevig dicht, genietend van het gevoel dat ze sinds het einde der tijden al niet meer gekend had.
Alleen was het eind niet het einde gebleken, maar juist een begin.
Zonlicht kroop door de kieren van haar hutje. Deels rots, deels afdekplaten, vliegtuigonderdelen en nog meer rotzooi die ze ergens had gevonden. Je misschien zeggen dat het niet veel was. Maar als je dan een stap achteruit zette, het in het geheel zag, viel je mond haast open van verbazing omdat zo’n simpel teken van beschaving kon bestaan in een wereld die verder zo dor en uitgebrand was.
Uiteindelijk besloot ze dat ze genoeg van de luxe genoten had. Gisteren was ze teruggekomen. Het hele stuk had ze te voet afgelegd. Een alternatief had ze nog altijd niet, aangezien ze zichzelf niet wilde opzadelen met de verplichtingen die een paard of pakezel haar zou geven. Het hutje had ze in perfecte staat teruggevonden. Dat kon je een wonder noemen tussen alle gevaren die de woestenij rijk was. Zij wist wel beter. Het waren gewoon de automatische geweren die met hun sensoren het gebied strak in de gaten hielden, gesteund door haar gemodificeerde huishoudrobot.
“Goedemorgen, mevrouw!” klonk zijn blikkerige stem opgewekt toen ze voorbij de geïmproviseerde deur van haar slaapkamer liep. “Had u ontbijt gewenst? We hebben nog uitstekende muesli staan.”
Ze knikte afwezig. Voor ze het wist schepte ze het eten smakeloos naar binnen, terwijl ze naar buiten staarde. Daarbuiten was het. Onder de gloeiende zon lag de wereld aan haar voeten.
Nee. Ze was gisteren thuisgekomen, en dat was niet zonder reden. De tijd die ze op het eiland had doorgebracht was op z’n zachtst gezegd bloedstollend geweest. Hoe vaak had ze niet gesnakt naar een beetje rust? Niet nog een nacht in de regen moeten slapen? Rustig kunnen zitten, zonder je oren constant gespitst te houden voor het minste geluid? Het bulderende geklop van haar hart wanneer ze zich schrap zette, afwachtend waar ze zich nu weer tegen moest verdedigen?
Toch kon ze de rust nu niet vinden.
Ze stond op. Rusteloos liep ze rond het huis, niet wetend wat ze nu moest doen. Haar wapens lagen binnen, wachtend op haar geduldige onderhoud. In haar pantser zaten gaten die ze nodig moest stoppen. Maar nee, niet nu. Nu was het tijd voor rust.
Om dat voornemen kracht bij te zetten, had ze haar jurk aangetrokken. Maar hij zat ongemakkelijk. Ze voelde zich naakt, een makkelijke prooi, en tegelijkertijd hij trok op alle verkeerde plekken. Hoe ze haar eerste dagen overleefd had in dit ding was haar een raadsel. Ze twijfelde er nu zelfs aan of ze in dit ding een gemuteerde naakte molrat kon omleggen, terwijl ze dat dagelijks deed.
De wereld was niet langer het geel en blauw dat de jurk ooit geweest was, maar de jurk was ook niet langer meer wat de wereld nodig had.

500 woorden

Eliros
Eliros

Eliros is offline

[6222]
Eliros zei op 20 sep 2015 - 0:05:
P R O M P T 7
Personage A is B's favoriet niet. Hoe gaat A daarmee om?



1 2 3 4