Hoofdcategorieën
Home » Forum » Stamcafé » [500] Week #3
[500] Week #3
MoonRocker zei op 13 sep 2015 - 0:00:
P R O M P T 7
Personage A denkt te kunnen genieten van een rustige zondagmiddag. Personage(s) B/C/D/etc. komt/komen zijn/haar rust verstoren.
P R O M P T 7
Personage A denkt te kunnen genieten van een rustige zondagmiddag. Personage(s) B/C/D/etc. komt/komen zijn/haar rust verstoren.
Rebella zei op 13 sep 2015 - 0:11:
Ik weet dat het een beetje te laat is, had niet eerder de tijd en inspiratie, but 500!
Night before birthday
Het raam piepte verraderlijk toen Tham het opende, maar hij zette door. Stil klom hij door de opening en klom via de smalle dakgoot naar de brandladder. Het was een lastige manoeuvre om met een onhandige schoudertas van de dakgoot, van slechts dertig centimeter, op de trap te komen, maar het lukte.
Eenmaal beneden was de tocht naar de trappen van het college gebouw snel gemaakt. In de schaduwen van het enorme gebouw wachtte Tham op zijn klasgenoot en vriend, Adrian. Beide woonde op de campus, beide hadden liever andere ouders gehad en beide studeerde Engelse Literatuur en hielden enorm van het leven en haar gezag te tarten.
Tham keek naar de slaapgebouwen rechts van hem en controleerde of er geen lichten aan waren. Kust was veilig.
Een tik op zijn schouder was genoeg om zich snel om te draaien, Adrian grijnsde. Tham omhelsde hem en gezamenlijk liepen ze naar een klein raam dat naar de kelder moest leiden, hier lagen de EHBO spullen. Binnen komen was geen enkel probleem, na drie jaar studie kenden ze het hele campus maar al te goed.
Zo stil als de twee maar konden slopen ze door de gangen, trappen op, lege college zalen door, buiten het licht dansend van de nooduitgangen. Uiteindelijk kwamen ze bij de bestemming. Het lokaal, niet bijster groot, voor godsdienstige iconologie en symboliek lag er donker en verlaten bij. De goedkope kruisen en drietanden aan de muren wierpen misvormde schaduwen door de ruimte die een beetje verlicht werd door de maan die achter een dikke wolk vandaan kwam. Geruisloos en zwijgend begonnen de twee jongens van nauwelijks achttien jaar aan hun werk. Krijt kraste over het bord, papier ritselde, plastic kraakte.
Tegen half twee verlieten Adrian en Tham het lokaal, het zorgvuldig sluitend, niet voor morgenochtend mocht men erachter komen. Het gebouw verlaten was lastiger, misschien omdat ze nu beschuldigd konden worden van onbeschaafd gedrag. Echter, zonder problemen wisten ze uit het collegegebouw te komen. Vlug doken ze de schaduwen in, nahijgend van de verborgen spanning.
“Ben je moe?” Adrian was die eerste die fluisterde in die twee uur tijd, Tham schudde zijn hoofd en grijnsde. Stil vertrokken ze hand in hand het donker in. Niet wetend dat slechts één persoon hen gade sloeg. Niet wetend dat juist die persoon het godsdienstige iconologie en symboliek lokaal behoorde te gaan zien, want men werd niet elke dag zevenenveertig.
Noch kon een van hen drieën ook maar vermoeden dat de jarige het lokaal komende vijf dagen überhaupt niet zou betreden. Noch konden zij vermoeden, terwijl de twee tieners hun schuilplaats opzochten, dat er ruim vijfenzestig honderd kilometer verderop een lugubere moord gepleegd zou worden die de jarige de schrik van zijn leven zou bezorgen.
Maar niemand in Boston kon het die nacht ook maar vermoeden dat de moord bewust was opgezet, dat Adrian bewust had toegestemd in de verjaardags-verrassing, dat Tham die alleen aan Adrian had vertelt, niemand kon vermoeden dat over minder dan vijf uur, dagen zouden veranderen.
Sterren schenen.
Ik weet dat het een beetje te laat is, had niet eerder de tijd en inspiratie, but 500!
Night before birthday
Het raam piepte verraderlijk toen Tham het opende, maar hij zette door. Stil klom hij door de opening en klom via de smalle dakgoot naar de brandladder. Het was een lastige manoeuvre om met een onhandige schoudertas van de dakgoot, van slechts dertig centimeter, op de trap te komen, maar het lukte.
Eenmaal beneden was de tocht naar de trappen van het college gebouw snel gemaakt. In de schaduwen van het enorme gebouw wachtte Tham op zijn klasgenoot en vriend, Adrian. Beide woonde op de campus, beide hadden liever andere ouders gehad en beide studeerde Engelse Literatuur en hielden enorm van het leven en haar gezag te tarten.
Tham keek naar de slaapgebouwen rechts van hem en controleerde of er geen lichten aan waren. Kust was veilig.
Een tik op zijn schouder was genoeg om zich snel om te draaien, Adrian grijnsde. Tham omhelsde hem en gezamenlijk liepen ze naar een klein raam dat naar de kelder moest leiden, hier lagen de EHBO spullen. Binnen komen was geen enkel probleem, na drie jaar studie kenden ze het hele campus maar al te goed.
Zo stil als de twee maar konden slopen ze door de gangen, trappen op, lege college zalen door, buiten het licht dansend van de nooduitgangen. Uiteindelijk kwamen ze bij de bestemming. Het lokaal, niet bijster groot, voor godsdienstige iconologie en symboliek lag er donker en verlaten bij. De goedkope kruisen en drietanden aan de muren wierpen misvormde schaduwen door de ruimte die een beetje verlicht werd door de maan die achter een dikke wolk vandaan kwam. Geruisloos en zwijgend begonnen de twee jongens van nauwelijks achttien jaar aan hun werk. Krijt kraste over het bord, papier ritselde, plastic kraakte.
Tegen half twee verlieten Adrian en Tham het lokaal, het zorgvuldig sluitend, niet voor morgenochtend mocht men erachter komen. Het gebouw verlaten was lastiger, misschien omdat ze nu beschuldigd konden worden van onbeschaafd gedrag. Echter, zonder problemen wisten ze uit het collegegebouw te komen. Vlug doken ze de schaduwen in, nahijgend van de verborgen spanning.
“Ben je moe?” Adrian was die eerste die fluisterde in die twee uur tijd, Tham schudde zijn hoofd en grijnsde. Stil vertrokken ze hand in hand het donker in. Niet wetend dat slechts één persoon hen gade sloeg. Niet wetend dat juist die persoon het godsdienstige iconologie en symboliek lokaal behoorde te gaan zien, want men werd niet elke dag zevenenveertig.
Noch kon een van hen drieën ook maar vermoeden dat de jarige het lokaal komende vijf dagen überhaupt niet zou betreden. Noch konden zij vermoeden, terwijl de twee tieners hun schuilplaats opzochten, dat er ruim vijfenzestig honderd kilometer verderop een lugubere moord gepleegd zou worden die de jarige de schrik van zijn leven zou bezorgen.
Maar niemand in Boston kon het die nacht ook maar vermoeden dat de moord bewust was opgezet, dat Adrian bewust had toegestemd in de verjaardags-verrassing, dat Tham die alleen aan Adrian had vertelt, niemand kon vermoeden dat over minder dan vijf uur, dagen zouden veranderen.
Sterren schenen.
MoonRocker zei op 13 sep 2015 - 0:15:
Het spijt me, Roos, maar je bent toch echt te laat :x
Het spijt me, Roos, maar je bent toch echt te laat :x
Rebella zei op 13 sep 2015 - 0:17:
Helaas... Kan ik hem dan op mijn fanfic account zetten? (en moet ie hier dan weg?)
Helaas... Kan ik hem dan op mijn fanfic account zetten? (en moet ie hier dan weg?)
MoonRocker zei op 13 sep 2015 - 0:21:
Wat mij betreft mag je hem hier laten staan, want je hebt toch je best gedaan - je krijgt er alleen geen punten voor. En wat je op je account zet mag je zelf weten, zolang het maar fanfictie is ^^
Wat mij betreft mag je hem hier laten staan, want je hebt toch je best gedaan - je krijgt er alleen geen punten voor. En wat je op je account zet mag je zelf weten, zolang het maar fanfictie is ^^
Rebella zei op 13 sep 2015 - 0:24:
Oke doe ik (it is, Dan Brown ^^ )
Morgen toch eerder zien in te leveren... verstoring van zondagmiddag...moet lukken ^^
Oke doe ik (it is, Dan Brown ^^ )
Morgen toch eerder zien in te leveren... verstoring van zondagmiddag...moet lukken ^^
1Dzayn zei op 13 sep 2015 - 16:11:
500 woorden. AU
‘Zak chips, check. Literfles cola, check. Netflix, check.’ De jongen wrijft in zijn handen en springt met een boogje over de bank heen. Met een zucht zakt hij op diezelfde bank en sluit even zijn ogen. Heerlijk dit, eindelijk kan hij van een zondag genieten. Hij pakt de afstandsbediening op en begint door Netflix te zoeken. Teen Wolf, Avatar the last airbender, Vampire Dairies. Hij trekt even een gezicht. Suits, Csi. Hij schudt zijn hoofd en gaat richting de filmsectie. Titanic, Love Actually, Wolf of Wallstreet. De jongen blijft bij het laatste hangen en grijnst.
‘Die wordt het dus.’ Hij klikt de film aan en nestelt zich nog wat verder op de bank.
Net als de eerste scenes zijn verstreken, klapt zijn voordeur open. Hij kreunt luid, knalt zijn hoofd zachtjes een paar keer op de achterkant van zijn bank en zucht.
‘Ooooh Derek!’
‘Wat.’
Stiles verschijnt in de woonkamer en werpt zich half op de bank, half op Dereks schoot.
‘Deeereekkk,’ zingt hij luid. Derek haalt diep adem, slaat zijn hand voor zijn gezicht.
‘Wat wil je?’ vraagt Derek dan. Hij klinkt een beetje bot, maar hij had zich zo verheugd op een vrije zondag.
‘Kom, dan we gaan wat doen. Scott opzoeken of mountainbiken of racen of lekker naar het strand.’
‘Stiles, het regent.’
‘Nou en? Dan hebben we het strand tenminste voor onszelf.’
Derek zucht diep en duwt Stiles van zijn schoot. ‘Vandaag niet. Ik ben Netflix aan het kijken en ben voor het eerst in tijden vrij.’
Stiles pruilt en kijkt zijn vriend aan. ‘Kom op kom op kom op, ik verveel me.’
‘Ik niet,’ antwoordt Derek.
Hij richt zijn blik weer op het scherm en wilt de afstandsbediening pakken, maar die is verdwenen.
‘Stiles,’ zegt hij met een zucht. Hij richt zijn blik op zijn vriend en trekt een wenkbrauw op. Stiles zwaait de afstandsbediening vrolijk door de lucht en Derek gaat even door zijn zwarte haar. Dan vormt een idee zich in zijn hoofd.
‘Als ik je nu beloof dat we iets gaan doen, mag ik dan de afstandsbediening?’
Stiles lijkt meteen geïnteresseerd en overhandigt de afstandsbediening. ‘Wat gaan we doen?’ Hij klinkt als een overenthousiaste puppy en Derek schudt zijn hoofd met een lach.
‘Ga naar boven, steel wat van mijn comfortabele kleding en kom dan weer naar beneden.’
Stiles spurt weg en Derek staat op. Hij loopt naar de keuken, pakt wat meer chips en drinken en loopt weer naar de woonkamer.
Hij hoort Stiles eerder dan dat hij hem ziet.
‘Wat gaan we doen, wat gaan we doen, wat gaan we doen?’ Stiles ploft naast hem op de bank en Derek kijkt hem met een glimlach aan.
‘We gaan iets doen dat heel ontspannend is.’
‘Wat dan?’ vraagt Stiles. Hij wiebelt wat heen en weer en steelt een chipje.
‘We gaan een film kijken. Gewoon hier,’ antwoordt Derek. Hij spoelt Wolf of Wallstreet terug en drukt weer op play. Zo heeft hij toch een rustig middagje, enkel met een iemand meer.
500 woorden. AU
‘Zak chips, check. Literfles cola, check. Netflix, check.’ De jongen wrijft in zijn handen en springt met een boogje over de bank heen. Met een zucht zakt hij op diezelfde bank en sluit even zijn ogen. Heerlijk dit, eindelijk kan hij van een zondag genieten. Hij pakt de afstandsbediening op en begint door Netflix te zoeken. Teen Wolf, Avatar the last airbender, Vampire Dairies. Hij trekt even een gezicht. Suits, Csi. Hij schudt zijn hoofd en gaat richting de filmsectie. Titanic, Love Actually, Wolf of Wallstreet. De jongen blijft bij het laatste hangen en grijnst.
‘Die wordt het dus.’ Hij klikt de film aan en nestelt zich nog wat verder op de bank.
Net als de eerste scenes zijn verstreken, klapt zijn voordeur open. Hij kreunt luid, knalt zijn hoofd zachtjes een paar keer op de achterkant van zijn bank en zucht.
‘Ooooh Derek!’
‘Wat.’
Stiles verschijnt in de woonkamer en werpt zich half op de bank, half op Dereks schoot.
‘Deeereekkk,’ zingt hij luid. Derek haalt diep adem, slaat zijn hand voor zijn gezicht.
‘Wat wil je?’ vraagt Derek dan. Hij klinkt een beetje bot, maar hij had zich zo verheugd op een vrije zondag.
‘Kom, dan we gaan wat doen. Scott opzoeken of mountainbiken of racen of lekker naar het strand.’
‘Stiles, het regent.’
‘Nou en? Dan hebben we het strand tenminste voor onszelf.’
Derek zucht diep en duwt Stiles van zijn schoot. ‘Vandaag niet. Ik ben Netflix aan het kijken en ben voor het eerst in tijden vrij.’
Stiles pruilt en kijkt zijn vriend aan. ‘Kom op kom op kom op, ik verveel me.’
‘Ik niet,’ antwoordt Derek.
Hij richt zijn blik weer op het scherm en wilt de afstandsbediening pakken, maar die is verdwenen.
‘Stiles,’ zegt hij met een zucht. Hij richt zijn blik op zijn vriend en trekt een wenkbrauw op. Stiles zwaait de afstandsbediening vrolijk door de lucht en Derek gaat even door zijn zwarte haar. Dan vormt een idee zich in zijn hoofd.
‘Als ik je nu beloof dat we iets gaan doen, mag ik dan de afstandsbediening?’
Stiles lijkt meteen geïnteresseerd en overhandigt de afstandsbediening. ‘Wat gaan we doen?’ Hij klinkt als een overenthousiaste puppy en Derek schudt zijn hoofd met een lach.
‘Ga naar boven, steel wat van mijn comfortabele kleding en kom dan weer naar beneden.’
Stiles spurt weg en Derek staat op. Hij loopt naar de keuken, pakt wat meer chips en drinken en loopt weer naar de woonkamer.
Hij hoort Stiles eerder dan dat hij hem ziet.
‘Wat gaan we doen, wat gaan we doen, wat gaan we doen?’ Stiles ploft naast hem op de bank en Derek kijkt hem met een glimlach aan.
‘We gaan iets doen dat heel ontspannend is.’
‘Wat dan?’ vraagt Stiles. Hij wiebelt wat heen en weer en steelt een chipje.
‘We gaan een film kijken. Gewoon hier,’ antwoordt Derek. Hij spoelt Wolf of Wallstreet terug en drukt weer op play. Zo heeft hij toch een rustig middagje, enkel met een iemand meer.
Bodine zei op 13 sep 2015 - 17:39:
[500 woorden]
“Harry!” sist Hermelien, terwijl ze haar boeken iets te luidruchtig op een tafeltje deponeert om hem aan zijn gewaad te kunnen trekken. Hij vangt haar blik en de felheid ervan doet hem aarzelen.
“We gaan wel hier zitten! Waarom denk je dat het zo vol is? Omdat er na de vakantie examens voor de deur staan en iedereen weet dat er in de vakantie weinig tijd gaat zijn om te studeren.”
“Ik ga wel ergens anders studeren,” mompelt Harry, terwijl hij zachtjes probeert zijn mouw uit de greep van het meisje te trekken.
“Nee! Je weet zelf ook heel goed dat je dat niet doet. Ga zitten.”
“Maar Hermelien, het is mijn laatste zondag – ” probeert de jongen nog, zonder succes. Het meisje gaat zelf zitten op de lege stoel, trekt zachtjes aan zijn mouw zodat hij gedwongen is ook te komen zitten.
Vanbinnen lacht hij zichzelf uit. Hij is De Jongen Die Bleef Leven, maar hij kan niet tegen zijn beste vriendin zeggen dat hij geen huiswerk wil maken aan dit ene tafeltje – dat hij liever zijn examens faalt dan dat hij binnen een straal van anderhalve meter bij Draco Malfidus plaatsneemt. Zelfs als het enige vrije tafeltje in de bibliotheek binnen die cirkel staat. Hij zou –
“Harry,” sist Hermelien opnieuw. Hij begrijpt haar bedoeling; pakt een boek van de stapel en bladert erdoorheen tot hij de juiste pagina gevonden heeft, begint met lezen ondanks het gekrabbel van Hermeliens veer naast hem, ondanks de stiekeme blikken die hij steeds op de blonde Zwadderaar werpt omdat dat de enige manier is om de spanning in zijn spieren enigszins te los te laten.
En dan gaat Hermelien naar de wc. Harry kijkt naar wanhopig aan, maar ze zucht alleen maar en laat hem aan zijn lot over.
(Hoeveel kun je naar iemand staren voor mensen denken dat je een crush op hem hebt?)
(Hoe – )
Harry heeft nog geen tien pagina’s gelezen en ze zitten al anderhalf uur in de bibliotheek. Tot overmaat van ramp kiest hij precies het moment –
(want natuurlijk kijkt hij niet de hele tijd, dat zou raar zijn, en stalkerig)
– om naar Draco te kijken, dat Draco kiest om over de rand van zijn boek terug te gluren. De Zwadderaar is sneller met het terugtrekken van zijn blik en Harry’s ogen blijven nog even op het langzaam roze aanlopende gezicht rusten, voor hij kucht, opstaat en Hermelien volgt naar de wc.
(De Jongen Die Bleef Leven.)
(Wat een held.)
Wanneer hij terugkomt, zit Hermelien alweer op haar plek en ligt Harry’s boek dichtgeslagen op zijn tafeltje. Zuchtend gaat hij zitten, slaat hij zijn boek open zonder ernaar te kijken; zijn blik is gericht op Draco, die blozend aan zijn veer frunnikt.
Eerst snapt hij het niet; dan ziet hij het briefje dat tussen zijn pagina’s is gepropt: 16:00 bij het meer? ik zal zorgen voor thee
Harry’s wangen kleuren nog roder dan die van Draco wanneer hij tussen zijn wimpers door de blik van de jongen vangt.
[500 woorden]
“Harry!” sist Hermelien, terwijl ze haar boeken iets te luidruchtig op een tafeltje deponeert om hem aan zijn gewaad te kunnen trekken. Hij vangt haar blik en de felheid ervan doet hem aarzelen.
“We gaan wel hier zitten! Waarom denk je dat het zo vol is? Omdat er na de vakantie examens voor de deur staan en iedereen weet dat er in de vakantie weinig tijd gaat zijn om te studeren.”
“Ik ga wel ergens anders studeren,” mompelt Harry, terwijl hij zachtjes probeert zijn mouw uit de greep van het meisje te trekken.
“Nee! Je weet zelf ook heel goed dat je dat niet doet. Ga zitten.”
“Maar Hermelien, het is mijn laatste zondag – ” probeert de jongen nog, zonder succes. Het meisje gaat zelf zitten op de lege stoel, trekt zachtjes aan zijn mouw zodat hij gedwongen is ook te komen zitten.
Vanbinnen lacht hij zichzelf uit. Hij is De Jongen Die Bleef Leven, maar hij kan niet tegen zijn beste vriendin zeggen dat hij geen huiswerk wil maken aan dit ene tafeltje – dat hij liever zijn examens faalt dan dat hij binnen een straal van anderhalve meter bij Draco Malfidus plaatsneemt. Zelfs als het enige vrije tafeltje in de bibliotheek binnen die cirkel staat. Hij zou –
“Harry,” sist Hermelien opnieuw. Hij begrijpt haar bedoeling; pakt een boek van de stapel en bladert erdoorheen tot hij de juiste pagina gevonden heeft, begint met lezen ondanks het gekrabbel van Hermeliens veer naast hem, ondanks de stiekeme blikken die hij steeds op de blonde Zwadderaar werpt omdat dat de enige manier is om de spanning in zijn spieren enigszins te los te laten.
En dan gaat Hermelien naar de wc. Harry kijkt naar wanhopig aan, maar ze zucht alleen maar en laat hem aan zijn lot over.
(Hoeveel kun je naar iemand staren voor mensen denken dat je een crush op hem hebt?)
(Hoe – )
Harry heeft nog geen tien pagina’s gelezen en ze zitten al anderhalf uur in de bibliotheek. Tot overmaat van ramp kiest hij precies het moment –
(want natuurlijk kijkt hij niet de hele tijd, dat zou raar zijn, en stalkerig)
– om naar Draco te kijken, dat Draco kiest om over de rand van zijn boek terug te gluren. De Zwadderaar is sneller met het terugtrekken van zijn blik en Harry’s ogen blijven nog even op het langzaam roze aanlopende gezicht rusten, voor hij kucht, opstaat en Hermelien volgt naar de wc.
(De Jongen Die Bleef Leven.)
(Wat een held.)
Wanneer hij terugkomt, zit Hermelien alweer op haar plek en ligt Harry’s boek dichtgeslagen op zijn tafeltje. Zuchtend gaat hij zitten, slaat hij zijn boek open zonder ernaar te kijken; zijn blik is gericht op Draco, die blozend aan zijn veer frunnikt.
Eerst snapt hij het niet; dan ziet hij het briefje dat tussen zijn pagina’s is gepropt: 16:00 bij het meer? ik zal zorgen voor thee
Harry’s wangen kleuren nog roder dan die van Draco wanneer hij tussen zijn wimpers door de blik van de jongen vangt.
Rebella zei op 13 sep 2015 - 19:20:
500
De kat en haar verstoorde middag,
(of: De Dame van de Potters)
Loom rekte ze zich uit, de zon had haar vacht verwarmd. Ze stond op, kromde haar rug en draaide zich om, opnieuw vouwde ze haar pootjes onder zich en krulde zich op te een bolletje. Zo'n ochtend waarop de hele familie weg was, waren de momenten dat Dame het meest genoot van de rust.
Als ze klok had kunnen kijken had ze geweten dat haar ochtendrust niet lang zou duren.
Maar Dame kon geen klokkijken, noch dat ze enig besef had van het feit dat ze op een plek lag waar het eigenlijk niet mocht. Op het moment dat ze bijna sliep, lande er een klein musje op het raamkozijn, recht voor haar neus.
Dame opende heel langzaam haar ogen. De mus zat met de rug naar haar toe en had niks door. Verlekkerd spinde de kat des huizes. Misschien dat ze haar rustige plek wel zou opgeven voor een hapje eten, een stukje vlees was toch altijd nog beter dan elke dag maar weer die brokjes. Dame's jachtinstinct nam het langzaam over en heel heel langzaam kwam ze in beweging, de mus zat er nog altijd. Een staart werd naar achteren gebracht, een poot kwam in de juiste positie, nog een poot en toen hief Dame haar kop op, het musje vloog weg.
Gepikeerd keerde de poes terug in de luie lig positie en viel al snel weer in slaap. Dromend over tamme musjes en vinkjes die niet zomaar wegvlogen als ze eraan kwam. Op het moment dat ze in de droom haar scherpe tandjes in het rauwe vlees wilde zetten, werd in de echte wereld de voordeur ruw geopend en klonken er lachende stemmen. De familie kwam weer thuis. De droom spatte als een zeepbel uiteen.
Dame aarzelde even of ze naar het toe zou gaan, maar besloot toch om te blijven liggen waar ze lag. De kerkklok verderop sloeg tweemaal, maar voor de lapjeskat had dat geen enkele betekenis. Twee jongens kwamen kibbelend de woonkamer in, gevolgd door een roodharig meisje. Het meisje keek zoekend rond en zuchtte toen ze poes boven op de vitrinekast zag liggen. Haar hand ging naar haar broekzak en haalde er een kattensnoepje uit.
“Kom maar Dame, kom maar, kijk eens wat ik heb, een lekker snoepje.” Dame knorde maar reageerde niet. Dacht dat kind nou echt dat ze daarin zou trappen? Het meisje zag in dat het lokken niet ging werken en liep de woonkamer weer uit.
Even later kwam ze terug met een zwart harige volwassen man met een ouderwetse bril op zijn neus. Het meisje zei iets tegen hem en wees op de poes. De man zuchtte en klom hoofdschuddend op een stoel.
Dame blies en zette haar nageltjes uit, waarom werd ze nou weg gehaald van haar plekje? De man echter ging op de bank zitten en hield Dame vast en begon haar te aaien. Even was ze er door verward.
Maar toen herkende haar zenuwuiteindes het prettige gevoel en rolde Dame zich op Harry Potters schoot op.
500
De kat en haar verstoorde middag,
(of: De Dame van de Potters)
Loom rekte ze zich uit, de zon had haar vacht verwarmd. Ze stond op, kromde haar rug en draaide zich om, opnieuw vouwde ze haar pootjes onder zich en krulde zich op te een bolletje. Zo'n ochtend waarop de hele familie weg was, waren de momenten dat Dame het meest genoot van de rust.
Als ze klok had kunnen kijken had ze geweten dat haar ochtendrust niet lang zou duren.
Maar Dame kon geen klokkijken, noch dat ze enig besef had van het feit dat ze op een plek lag waar het eigenlijk niet mocht. Op het moment dat ze bijna sliep, lande er een klein musje op het raamkozijn, recht voor haar neus.
Dame opende heel langzaam haar ogen. De mus zat met de rug naar haar toe en had niks door. Verlekkerd spinde de kat des huizes. Misschien dat ze haar rustige plek wel zou opgeven voor een hapje eten, een stukje vlees was toch altijd nog beter dan elke dag maar weer die brokjes. Dame's jachtinstinct nam het langzaam over en heel heel langzaam kwam ze in beweging, de mus zat er nog altijd. Een staart werd naar achteren gebracht, een poot kwam in de juiste positie, nog een poot en toen hief Dame haar kop op, het musje vloog weg.
Gepikeerd keerde de poes terug in de luie lig positie en viel al snel weer in slaap. Dromend over tamme musjes en vinkjes die niet zomaar wegvlogen als ze eraan kwam. Op het moment dat ze in de droom haar scherpe tandjes in het rauwe vlees wilde zetten, werd in de echte wereld de voordeur ruw geopend en klonken er lachende stemmen. De familie kwam weer thuis. De droom spatte als een zeepbel uiteen.
Dame aarzelde even of ze naar het toe zou gaan, maar besloot toch om te blijven liggen waar ze lag. De kerkklok verderop sloeg tweemaal, maar voor de lapjeskat had dat geen enkele betekenis. Twee jongens kwamen kibbelend de woonkamer in, gevolgd door een roodharig meisje. Het meisje keek zoekend rond en zuchtte toen ze poes boven op de vitrinekast zag liggen. Haar hand ging naar haar broekzak en haalde er een kattensnoepje uit.
“Kom maar Dame, kom maar, kijk eens wat ik heb, een lekker snoepje.” Dame knorde maar reageerde niet. Dacht dat kind nou echt dat ze daarin zou trappen? Het meisje zag in dat het lokken niet ging werken en liep de woonkamer weer uit.
Even later kwam ze terug met een zwart harige volwassen man met een ouderwetse bril op zijn neus. Het meisje zei iets tegen hem en wees op de poes. De man zuchtte en klom hoofdschuddend op een stoel.
Dame blies en zette haar nageltjes uit, waarom werd ze nou weg gehaald van haar plekje? De man echter ging op de bank zitten en hield Dame vast en begon haar te aaien. Even was ze er door verward.
Maar toen herkende haar zenuwuiteindes het prettige gevoel en rolde Dame zich op Harry Potters schoot op.
MoonRocker zei op 13 sep 2015 - 21:45:
Discovery Channel, Wordfeud en Candy Crush
Zelfs na tien keer door alle kanalen te hebben gezapt, was er niks op televisie en dat vond Georg prima. De afgelopen maanden op tour hadden hem gesloopt; nu had hij eindelijk weer de kans van een rustige zondagmiddag te genieten. Toen hij het zappen na de elfde keer zat was, liet hij de televisie op Discovery Channel staan en pakte zijn telefoon. Nu had hij eindelijk eens tijd om een potje Wordfeud af te maken en rustig na te denken over zijn Candy Crushzetten.
Georg had zijn schoenen uitgetrapt en was net met een kussen onder zijn hoofd op de bank gaan liggen, toen de bel ging. Hij kreunde luid, zwaaide zijn benen van de bank en legde zijn telefoon op de salontafel. Hij liep naar het bedieningspaneel in de hal en drukte op de knop die de intercom inschakelde.
‘Wie is daar?’ vroeg hij vermoeid.
Misschien moest hij eens camera’s installeren, dan hoefde hij niet meer elke keer te vragen wie er aan het hek stond.
‘Tom,’ kraakte het apparaatje.
Wat deed hij hier? Hij zuchtte en drukte op de knop die het hek open zou doen zwaaien en zette zijn voordeur op een kier open, om vervolgens weer terug te slenteren naar de bank. Toen hij het kussen weer onder zijn hoofd had geschoven, hoorde hij de voordeur dichtklappen.
‘Georg?’ riep Tom.
‘Hier,’ bromde hij terug.
Geamuseerd keek de gitarist naar hem toen hij de woonkamer binnenstapte. Hij plofte in een van de zetels en zakte wat onderuit.
‘Dus wat ben je aan het doen? Je klonk zo moe,’ ratelde Tom.
‘Niks en ik ben ook moe. Wat doe je hier? Ik dacht dat jij en Bill wel weer terug in LA zouden zijn,’ antwoordde Georg, gevolgd door een geeuw.
Tom haalde zijn schouders op en vouwde zijn handen samen.
‘We waren op bezoek bij mama en we vonden dat we nog niet lang genoeg in Duitsland zijn geweest.’
Georg humde en grijnsde.
‘En omdat je Duitsland zo mist, kom je mij maar vervelen?’ lachte hij.
‘Bill is met mama naar een of andere tentoonstelling - je weet wel, "moderne kunst",’ spotte Tom, ‘dus ja, ik verveelde me en jij woont in de buurt.’
Georg schudde lachend zijn hoofd.
‘Fijn dat we zulke goede vrienden zijn,’ grapte hij.
‘Dus wat gaan we doen?’ vroeg Tom.
Georg kwam een stukje overeind.
‘Niks,’ zei hij, ‘ik heb eindelijk weer eens een rustige zondagmiddag om van te genieten.’
Tom zuchtte en zakte verder onderuit in de zetel.
‘Maar wil je dan niet iets doen?’
‘Nee! Ik wil gewoon Discovery Channel aan hebben staan en domme spelletjes spelen op mijn telefoon!’ riep Georg.
Tom stak zijn handen op.
‘Goed,’ zei hij, ‘dan doen we niks.’
‘Dank je,’ zei Georg.
Hij pakte zijn telefoon van het tafeltje en ging wat beter liggen. Met een glimlach legde hij een zevenletterwoord in Wordfeud, terwijl Tom naar het televisiescherm staarde. Zuchtend legde Georg zijn telefoon naast zich neer.
‘Best,’ bromde hij, ‘wat wil je doen?’
[500 woorden]
Discovery Channel, Wordfeud en Candy Crush
Zelfs na tien keer door alle kanalen te hebben gezapt, was er niks op televisie en dat vond Georg prima. De afgelopen maanden op tour hadden hem gesloopt; nu had hij eindelijk weer de kans van een rustige zondagmiddag te genieten. Toen hij het zappen na de elfde keer zat was, liet hij de televisie op Discovery Channel staan en pakte zijn telefoon. Nu had hij eindelijk eens tijd om een potje Wordfeud af te maken en rustig na te denken over zijn Candy Crushzetten.
Georg had zijn schoenen uitgetrapt en was net met een kussen onder zijn hoofd op de bank gaan liggen, toen de bel ging. Hij kreunde luid, zwaaide zijn benen van de bank en legde zijn telefoon op de salontafel. Hij liep naar het bedieningspaneel in de hal en drukte op de knop die de intercom inschakelde.
‘Wie is daar?’ vroeg hij vermoeid.
Misschien moest hij eens camera’s installeren, dan hoefde hij niet meer elke keer te vragen wie er aan het hek stond.
‘Tom,’ kraakte het apparaatje.
Wat deed hij hier? Hij zuchtte en drukte op de knop die het hek open zou doen zwaaien en zette zijn voordeur op een kier open, om vervolgens weer terug te slenteren naar de bank. Toen hij het kussen weer onder zijn hoofd had geschoven, hoorde hij de voordeur dichtklappen.
‘Georg?’ riep Tom.
‘Hier,’ bromde hij terug.
Geamuseerd keek de gitarist naar hem toen hij de woonkamer binnenstapte. Hij plofte in een van de zetels en zakte wat onderuit.
‘Dus wat ben je aan het doen? Je klonk zo moe,’ ratelde Tom.
‘Niks en ik ben ook moe. Wat doe je hier? Ik dacht dat jij en Bill wel weer terug in LA zouden zijn,’ antwoordde Georg, gevolgd door een geeuw.
Tom haalde zijn schouders op en vouwde zijn handen samen.
‘We waren op bezoek bij mama en we vonden dat we nog niet lang genoeg in Duitsland zijn geweest.’
Georg humde en grijnsde.
‘En omdat je Duitsland zo mist, kom je mij maar vervelen?’ lachte hij.
‘Bill is met mama naar een of andere tentoonstelling - je weet wel, "moderne kunst",’ spotte Tom, ‘dus ja, ik verveelde me en jij woont in de buurt.’
Georg schudde lachend zijn hoofd.
‘Fijn dat we zulke goede vrienden zijn,’ grapte hij.
‘Dus wat gaan we doen?’ vroeg Tom.
Georg kwam een stukje overeind.
‘Niks,’ zei hij, ‘ik heb eindelijk weer eens een rustige zondagmiddag om van te genieten.’
Tom zuchtte en zakte verder onderuit in de zetel.
‘Maar wil je dan niet iets doen?’
‘Nee! Ik wil gewoon Discovery Channel aan hebben staan en domme spelletjes spelen op mijn telefoon!’ riep Georg.
Tom stak zijn handen op.
‘Goed,’ zei hij, ‘dan doen we niks.’
‘Dank je,’ zei Georg.
Hij pakte zijn telefoon van het tafeltje en ging wat beter liggen. Met een glimlach legde hij een zevenletterwoord in Wordfeud, terwijl Tom naar het televisiescherm staarde. Zuchtend legde Georg zijn telefoon naast zich neer.
‘Best,’ bromde hij, ‘wat wil je doen?’
[500 woorden]
Eliros zei op 13 sep 2015 - 21:55:
[500 woorden.
pssst. ik heb mijn punten van gisteren nog niet c;]
Daan zat op een steen aan de oever van het Grote Meer. Hij zat met zijn neus in een boek gestoken, nadat hij zijn huiswerk af had gemaakt en alles had gedaan dat hij moest doen. De rest van zijn zondagmiddag had hij tot nu toe lezend in het zonnetje doorgebracht, en hij was van plan om dat te blijven doen tot of de zon onderging of hij trek begon te krijgen.
De zon scheen voorlopig nog wel en zijn maag protesteerde nog niet, dus dacht hij nog lang niet aan zijn terugkeer naar het kasteel. Of dat hij binnenkort onderbroken zou worden.
Twee handen klemden zich van achteren over zijn ogen. Een lichaam duwde zich tegen zijn rug.
“Wie ben ik?” vroeg de nieuwkomer.
Daan herkende de stem en glimlachte. “In ieder geval niet Simon.”
“Ha, ha.” De handen verdwenen. De warmte in zijn rug verdween echter niet. Daan nestelde zich tegen de jongen aan. Twee armen sloten zich nu rond zijn middel. “Wat lees je?”
Hij liet Simon zijn versleten boek zien.
“De Hobbit?” Hij grinnikte. “Wat zie je toch in die slappe aftreksels van onze wereld? Kijk eens om je heen. De echte versie is veel leuker.”
Daan haalde zijn schouders op. Hij had altijd al geweten dat hij een zwak voor dreuzelboeken zou houden; of de magie in het echt nou beter was dan in zijn boeken.
“Lees eens wat voor.”
Dus Daan schraapte zijn keel en begon hardop te lezen.
“Met stemmetjes,” onderbrak Simon hem.
Daan draaide zijn hoofd net ver genoeg dat hij de jongen met opgetrokken wenkbrauwen kon aankijken. “Met stemmetjes?”
Simon knikte.
Na zijn ogen ten hemel te hebben geslagen draaide hij zich weer om en hervatte het voorlezen — met stemmetjes deze keer.
Op wat gemompel na (“met Gandalf erbij was het veel beter gegaan,” “waarom was het ook al weer een goed idee om Bilbo mee te nemen?” “oh, dat kwam vanuit Gandalf? Dan zal het wel goed zitten,”) bleef Simon uitermate lang stil. Daan was zelfs bijna vergeten dat de jongen er was, zo op ging hij in het lezen en in de stilte rondom het Meer.
Na drie hoofdstukken kuchte Simon. Daan hield eindelijk op, keek hem zijlings aan, voor zover dat kon. “En?”
“Het leest als een verhaaltje voor het slapen gaan.”
“Zo is het ook ooit begonnen.”
“Echt?” Simon keek hem verbaasd aan.
Daan knikte.
“Hm.” De jongen legde zijn kin even op Daans schouder en keek naar het boek. Uiteindelijk trok hij het boek uit diens handen en liet het naast hen op de steen vallen.
Daan keek hem vragend aan.
“Genoeg gelezen voor vandaag. Tijd voor wat beweging. Laten we tikkertje spelen.” Simon liet hem los en stond op om zijn benen te strekken. Vervolgens tikte hij Daans schouder aan, schreeuwde: “Tikkie, jij bent hem!” en zette het op een lopen.
Daan kreunde, maar stond ook op en begon achter hem aan te rennen.
[500 woorden.
pssst. ik heb mijn punten van gisteren nog niet c;]
Daan zat op een steen aan de oever van het Grote Meer. Hij zat met zijn neus in een boek gestoken, nadat hij zijn huiswerk af had gemaakt en alles had gedaan dat hij moest doen. De rest van zijn zondagmiddag had hij tot nu toe lezend in het zonnetje doorgebracht, en hij was van plan om dat te blijven doen tot of de zon onderging of hij trek begon te krijgen.
De zon scheen voorlopig nog wel en zijn maag protesteerde nog niet, dus dacht hij nog lang niet aan zijn terugkeer naar het kasteel. Of dat hij binnenkort onderbroken zou worden.
Twee handen klemden zich van achteren over zijn ogen. Een lichaam duwde zich tegen zijn rug.
“Wie ben ik?” vroeg de nieuwkomer.
Daan herkende de stem en glimlachte. “In ieder geval niet Simon.”
“Ha, ha.” De handen verdwenen. De warmte in zijn rug verdween echter niet. Daan nestelde zich tegen de jongen aan. Twee armen sloten zich nu rond zijn middel. “Wat lees je?”
Hij liet Simon zijn versleten boek zien.
“De Hobbit?” Hij grinnikte. “Wat zie je toch in die slappe aftreksels van onze wereld? Kijk eens om je heen. De echte versie is veel leuker.”
Daan haalde zijn schouders op. Hij had altijd al geweten dat hij een zwak voor dreuzelboeken zou houden; of de magie in het echt nou beter was dan in zijn boeken.
“Lees eens wat voor.”
Dus Daan schraapte zijn keel en begon hardop te lezen.
“Met stemmetjes,” onderbrak Simon hem.
Daan draaide zijn hoofd net ver genoeg dat hij de jongen met opgetrokken wenkbrauwen kon aankijken. “Met stemmetjes?”
Simon knikte.
Na zijn ogen ten hemel te hebben geslagen draaide hij zich weer om en hervatte het voorlezen — met stemmetjes deze keer.
Op wat gemompel na (“met Gandalf erbij was het veel beter gegaan,” “waarom was het ook al weer een goed idee om Bilbo mee te nemen?” “oh, dat kwam vanuit Gandalf? Dan zal het wel goed zitten,”) bleef Simon uitermate lang stil. Daan was zelfs bijna vergeten dat de jongen er was, zo op ging hij in het lezen en in de stilte rondom het Meer.
Na drie hoofdstukken kuchte Simon. Daan hield eindelijk op, keek hem zijlings aan, voor zover dat kon. “En?”
“Het leest als een verhaaltje voor het slapen gaan.”
“Zo is het ook ooit begonnen.”
“Echt?” Simon keek hem verbaasd aan.
Daan knikte.
“Hm.” De jongen legde zijn kin even op Daans schouder en keek naar het boek. Uiteindelijk trok hij het boek uit diens handen en liet het naast hen op de steen vallen.
Daan keek hem vragend aan.
“Genoeg gelezen voor vandaag. Tijd voor wat beweging. Laten we tikkertje spelen.” Simon liet hem los en stond op om zijn benen te strekken. Vervolgens tikte hij Daans schouder aan, schreeuwde: “Tikkie, jij bent hem!” en zette het op een lopen.
Daan kreunde, maar stond ook op en begon achter hem aan te rennen.
Welkom bij de 500 Challenge! Week 3 inmiddels, so let's go!
B E L A N G R I J K
- Post de stukjes die je schrijft (tussen de 450 en 550 woorden) in dit topic. Anders telt het niet.
[- Als je niet online kunt komen maar wel iets geschreven hebt, stuur dan een foto via Whatsapp of zo, in pb kun je om nummers vragen.]
- Heb heel erg veel plezier.
P R O M P T S
- maandag: time warp! Personage(s) A/B/C/etc. gaat/gaan (figuurlijk) tijdreizen.
- dinsdag: snel! Wat doet/doen personage(s) A/B/C/etc. in slechts tien minuten?
- woensdag: gebruik de zin: “Het is tijd.”
- donderdag: haast! Personage A heeft geen tijd voor… wie/wat? En waarom?
- vrijdag: wacht! Personage A wacht op personage(s) B/C/D/etc.
- zaterdag: bedtijd! Personage(s) A/B/C/etc. is/zijn ’s nachts nog buiten.
- zondag: personage A denkt te kunnen genieten van een rustige zondagmiddag. Personage(s) B/C/D/etc. komt/komen zijn/haar rust verstoren.
T U S S E N S T A N D
1. Bo - 9,7
1. Daan - 9,7
1. Elise - 9,7
1. Julia - 9,7
5. Dezh - 9,6
5. Kayley - 9,6
7. Roos - 6,6
8. Iv - 4,4
9. Merula - 3,3
10. Kirsten - 1,1